Hrossaborg was een perfecte overnachtingsplek. De kraterwanden beschermde ons tegen de wind mocht die er al zijn geweest en ieder ander geluid werd perfect gedempt. Ik heb heerlijk geslapen. Ans wat minder, want ik schijn vannacht nogal gesnurkt te hebben, en daar heeft zelfs de Hrossaborg geen middel tegen.
De Dettifoss, een 100 meter brede en 45 meter diepe waterval die zich de krachtigste van Europa mag noemen is vandaag onze eerste aanlegplek. De weg erheen leid ons door een desolaat droog landschap met weinig begroeiing. Er is nog maar weinig verkeer op de weg en het lukt ons ondanks het wasborden patroon op de weg een redelijke snelheid aan te houden.
Het is nog vrij rustig als we bij Dettifoss aankomen. Het blijft altijd weer een spectaculair gezicht, die enorme massa water die met zoveel geweld over de rand stort en vervolgens die enorme waas van nevel die weer ruim honderd meter de lucht in wordt geslingerd zodat bij een goede windrichting een nat pak bijna onvermijdelijk is.
Vanaf Dettifoss is het slechts een half uurtje wandelen over iets wat nauwelijks een pad te noemen is naar de Selfoss. Het is meer stappen van steen naar steen. Desondanks is het geen echt moeilijk pad en voor iedereen die goed ter been is te doen. De zon staat zowat recht tegenover de kloof waarin de Selfoss over een breedte van een paar honderd meter zijn grijs troebele water ongeveer 10 meter naar beneden laat vallen. Een verslavende aanblik waarvan we ons maar moeilijk los kunnen maken.
We hebben weer wat kilometers voor de boeg. Eerst 30 kilometer terug over de wasbordenweg, dan weer een stuk over de hoofdweg om weer af te slaan bij Krafla. Hier ligt een vulkanisch gebied dat in de jaren 70 en 80 veelvuldig actief is geweest. De grond onder de lava is zo heet dat op diverse plaatsen nog stoom uit de grond ontsnapt. Oranje geel zand, fris groen gras en pek zwarte lava hebben hier een uniek surrealistisch landschap weten te creëren.
De avond hebben we dit keer gereserveerd voor een stukje ontspanning in “The Blue Lagoon” van het noorden, Jardböðin of vertaald “Natuur bad”. Het complex is geopend in 2004, en de entree ziet er modern en goed verzorgd uit. Het personeel hebben we waarschijnlijk gestoord tijdens het eten, want het meisje aan de kassa komt vanuit een zijdeurtje aangesneld en is nog druk bezig haar eten te kauwen.
In de kleedkamer ga ik eerst even naar het toilet, en hier komt de eerste tegenvaller. Het toilet is smerig. Nu weet ik dat dat al aan een enkele “gast” kan liggen, maar het scoort meteen een minpunt. Het water moet je betreden via een volgens mij als noodoplossing neergelegde rubber mat. Daarbij staan bordjes die aangeven dat je uit moet kijken want het kan hier glad zijn. Het lijkt mij dat een centrum met de uitstraling die ze in foldertjes willen uitdragen iets aan de gladheid zouden moeten doen i.p.v. waarschuwingsbordjes op te hangen. Het volgende minpunt dus. Het water voelt lekker warm aan. Ik weet niet wat er allemaal in het water zit, maar het lijkt meteen alsof je huid vele malen gladder wordt. Een vreemde maar wel prettige gewaarwording. Ik wil iets verder het water in lopen, maar wordt al snel gestopt door mijn lichaam welk aangeeft dat het water hier te warm is. En te warm kun je eigenlijk beter omschrijven als veel te heet. Waar het hete water vandaan komt weet ik niet, maar het kan overal plotseling te heet worden zodat je weer kunt verkassen. Op een plekje waar de temperatuur wel goed is laat ik het warme water op me inwerken. Het voelt heerlijk ontspannen.
Nu ben ik niet zo’n warmwaterbadjes mens, dus al snel begin ik me een beetje te vervelen. Andere mensen observeren is dan een leuke bezigheid. Wat opvalt is dat je gelijk kan zien tot hoever de mensen in het te hete water gestaan hebben. Dat is namelijk de hoogte op het lichaam waar de roodverkleuring weer overgaat naar een normale kleur. Ik zie enkele mensen die met van pijn vertrokken gezichten door het water waden. Waarschijnlijk was het water hier toen ze naar achteren gingen nog van normale temperatuur, nu is het botweg veel te heet. Een wat oudere man staat vertwijfeld in het hete deel van het water. Bewegen in het hete water is pijnlijker dan stil blijven staan. De arme man vergaat van de pijn, maar durft nauwelijks te bewegen.
Aan de kant van het water staat een meisje vertwijfeld te kijken naar de randen onder haar bikini hesje. Het lijkt erop dat ze zich daar redelijk verbrand heeft. Langzaam aan begin ik het een schande te vinden dat dit bad zelfs open mag zijn.
Een klein uurtje later hebben wij het in ieder geval gezien en gaan douchen en aankleden. Bij de entree van het complex bezoek ik nog even het toilet. Bij de eerste deur die ik open doe is de bril zo smerig dat ik hem nog niet met een tang zou aanpakken. Blijkbaar denkt het schoonmaakpersoneel er ook zo over. Van het tweede toilet is de bril redelijk schoon, maar ligt de complete vloer vol met doekjes waarmee je je handen afdroogt en stukken toiletpapier. Het derde en laatste toilet is niet echt schoon, maar ik kan het zelf wel wat schoner maken alvorens plaats te nemen.
Het bad voldoet voor mij dus niet aan de verwachtingen die ik zelf had. Qua schoonmaak, hygiëne en temperatuur controle valt hier nog veel, heel veel te verbeteren.
We slapen wederom aan de voet van Hverfjall.