Zondag 27 juli
Als ik wakker word is de hoofdpijn weg. Mijn schouders en rug protesteren nog enigszins, dus vandaag maken we er maar een rustig dagje van. Als ik de gordijnen opentrek zie ik de mooiste en helderste regenboog die ik ooit gezien heb. We rijden verder, en rijden van Skye af. Net over de brug stoppen we bij de toeristen informatie. We maken even gebruik van de toiletten. Waarom vernoem ik dat? Nou, misschien omdat deze toiletten een bezoekje waard zijn. De ruimte is mooi aangekleed met doeken, schilderijen,foto’s e.d. Verder staan er verschillende mandjes met handdoekjes en straalt het een bijna huiselijke sfeer uit. De entree voor dit alles, (20pence) wordt me zelfs kwijtgescholden als blijkt dat mijn kleinste geld een briefje van 10 pond is. Buiten vormt een regenboog een mooi geheel met de brug die naar en van de Isle of Skye leidt.
Maar goed, we moeten weer verder en rijden naar Fort William. Vlak voor Fort William slaan we af naar The Neptunus staircase. Een sluis die in acht stappen een hoogteverschil van twintig meter overbrugd. Als wij er aankomen gaat net een schip de eerste sluis in. Wij gaan eerst even eten, en als wij terugkomen na een klein half uur is het schip halfweg. We volgen het schip door twee sluizen, en hebben het dan wel weer gezien. Het volgende op onze route is het Glenn Finnan viaduct. Volgens de boekjes erg fotogeniek, dus voor ons een reden het te bezoeken. Het is inderdaad een mooi viaduct. Een korte wandelroute brengt ons er naar toe. We lopen even langs het viaduct af, en maken enkele foto’s om vervolgens weer richting Fort William te rijden. Het plaatsje ziet er uit als elk ander, dus rijden we er alleen maar doorheen, om te stoppen bij de Glen Nevis vallei. Vanaf hier zouden we een mooie wandeling kunnen maken naar een vrij hoge waterval. De wandeling begint vanaf het tweede parkeerterrein. Helaas kunnen we met onze auto niet verder dan tot het eerste parkeer terrein komen bij de Lower Falls. Net voorbij de watervallen staat een bord dat de maximale breedte die is toegestaan voor het verkeer zeven voet is. Even snel rekenen, een voet is ongeveer dertig centimeter, zeven voet is dus twee meter tien. Onze auto is dus een 8 centimeter te breed. We blijven dus maar bij lower Falls, en zoeken een plekje in de buurt voor de nacht. Trouwens erg consequent zijn die Schotten niet. Meestal staan hoogte of breedte maten in voet aangegeven, af en toe staan ze in meters, om vervolgens ergens anders in meters en voet tegelijkertijd aangegeven te worden. En dan nog dit, voor al die toeristen, die zich netjes aan de snelheid willen houden, de snelheid wordt hier aangegeven in mijlen. Regelmatig zit je achter iemand die zich keurig aan de dertig, zoals aangegeven op de borden, houd. Dertig mijl is dus achtenveertig km per uur (factor 1,6) 40 wordt dus 64, 60 wordt 96 en 70 wordt 112.
Maandag 28 juli
1 inch = 2,54 cm
1 voet is 12 inch = 30,48 cm
7 voet = 213,36 cm
Zover ik mij kan herinneren is onze camper 215 cm breed. Dus ervan uitgaand dat die zeven voet nog een bepaalde marge heeft, rijden we toch door om een wandeling te maken in de Glen Nevis. Doel is in ieder geval de Steall waterval. We passeren verschillende borden die aangeven hoe gevaarlijk de route hier is, dat je goede schoenen moet dragen, dat je iemand moet vertellen wat je planning is, en dat je geen waardevolle zaken in de auto moet achterlaten. Omdat wij niet echt gaan klimmen voldoen wij niet aan alle voorwaarden, maar we durven de tocht toch wel aan. Inderdaad is het hier en daar behoorlijk steil, en glad. Maar met een beetje beleid heb je niet het idee grote risico’s te nemen. We lopen langs een diepe kloof, met onderin snel stromend water, kleine watervalletjes waarvan de kanten begroeid zijn met varens, en verschillende bomen die op hun beurt weer begroeid zijn met een dikke laag mos. Het pad is nogal rotsachtig. Na een 45 minuten komen we bij een brug die bestaat uit drie touwen. Twee om je aan vast te houden, en een voor je voeten. We steken deze brug over, en komen zo aan de voet van de mooie Steall waterval. Hier zijn ook veel varens en mossen.
We gaan weer terug naar de brug, en steken deze weer over. Dan lopen we verder naar een ruïne. Dit blijkt de ruïne van een oude herderswoning. Veel is er niet van over, maar ja….. het is dan ook een ruïne. We wandelen terug naar de auto, en rijden naar Fort William voor de dagelijkse boodschappen en de diesel. Dan verlaten we Fort William zo snel mogelijk. Het is hier hartstikke druk, en het dorpje zelf heeft ons niets te bieden. Vele kilometers later stoppen we bij Glen Coe. Hier ligt “de verborgen vallei”.
Volgens de boekjes vind je hier op de parkeerplaatsen regelmatig doedelzak spelers, en inderdaad zien we in de verte iemand die voldoet aan die beschrijving. Het klinkt misschien niet allemaal echt zuiver, maar een Schot in traditionele kleding zie je niet elke dag en dus zetten we hem even op de foto. We beginnen de wandeling richting de verborgen vallei, en moeten al snel een houten brugje over een riviertje oversteken. De tocht gaat over een rotsachtig paadje naar boven, en al snel zien we een mooie sprookjesachtige waterval. Het leek er de hele dag al op dat het zou gaan regenen, en nu is het dan zover. De verborgen vallei blijft voor ons
verborgen, en wij dalen weer af naar onze auto. Als we net terug zijn komt de regen even met bakken uit de hemel. We rijden een stukje door om de hoofdweg te verlaten en een plaatsje voor de nacht te be- machtigen. Uiteindelijk vinden we een plaatsje in een zijweg langs een klein riviertje. Buiten is alles grijs, en langzaam wordt het zwart.
Eigenlijk zou hier dinsdag 29 juli moeten beginnen. Maar toen ik even voor het slapen gaan nog naar buiten ging, gingen tegelijkertijd een honderdtal van die kleine #$%&* mugjes of te wel de “Culicoides impunctatum” naar binnen. Ik geloof dat ik ze al vernoemd heb, 1 tot 2 mm groot, enorm opdringerig, en ze steken behoorlijk. Maar oké, nu hadden we ze binnen. De vliegemepper was hier niet tegen bestand. Hoe ik ook bleef slaan, die krengen bleven in grote getale rond de lamp vliegen. Ik wilde wel eens zien hoe ze reageerden op rook, en ontstak een lucifer.
De stoerste onder de muggen gingen het vuur te lijf, maar stortten gelijk als kamikaze piloten met verbrande vleugels neer. Na de crash op de tafel was het simpel om ze met behulp van duim of doek uit hun lijden te verlossen. Het probleem was natuurlijk wel dat we op deze manier maar een stuk of vijf mugjes tegelijkertijd te grazen konden nemen. Dit moest eenvoudiger kunnen. Inmiddels had ik wel gezien dat de binnenkant van het beschermglas van onze plafonnière bezaait lag met dode mugjes. De temperatuur van de lamp was schijnbaar teveel voor de tere mugjes. Idee… idee. Ik haalde het beschermglas van de lamp. Toen de mugjes dat zagen gingen ze frontaal in de aanval. Met tientallen tegelijkertijd bestormden ze de hete lamp. De lamp hield heldhaftig stand en de mugjes stortten massaal neer. Binnen enkele minuten lag de tafel en de vloer bezaait met vleugellamme mugjes. Victorie voor ons! Even met een vochtig doekje over de tafel, en we waren van de plaag verlost en gingen wij genieten van een welverdiende nachtrust.
Toch dinsdag 29 juli
Buiten regent het. Vandaag is het helemaal grijs, en hangt alles in de mist. Buiten het raam dansen duizenden mugjes. Gelukkig komen ze niet binnen, maar we hebben wel een ontsnappingsplan nodig. Als de achterdeur van de camper iets te lang open staat zullen de muggen de kans schoon zien onze camper te bestormen. Het ziet er dus naar uit dat ik me als vrijwilliger meld om uit de camper te springen en een sprint te trekken naar de auto. Ans trekt dan snel de deur dicht. Ik spring dus uit de camper, gooi de deur dicht terwijl Ans met een grote handdoek de mugjes probeert buiten te houden. Al snel zit ik van boven tot onder vol met die krengen. Voordat ik kan aanrijden moet ik de trap die toegang tot de camper geeft inklappen. In een grote boog snel ik naar de autodeur, haal de deur van het slot en haast me de auto in. Vele van de mugjes hebben het tot in de cabine kunnen halen. Ik start de motor van de auto, met de ene, terwijl ik de mugjes uit mijn gezicht wrijf, met de andere hand. Een kilometer verderop stop ik de auto, en kan ook Ans uit de camper komen en in de auto stappen. Ook hier zitten nog veel muggen, maar niet zoveel als waar we overnacht hebben. Met de ramen open om de muggen uit de auto te laten waaien rijden we verder. Veilig voor de muggen, maar nu geplaagd door de andere Schotse plaag namelijk regen, rijden we verder. Onze eerste stop is bij de begraafplaats van Rob Roy Mcgregor. De schotse Robin Hood. De begraafplaats is helemaal in stijl, oud en vervallen. Het is alleen jammer dat om de graven van Rob Roy, zijn vrouw Helen en hun kinderen een extra versiering is geplaatst in de vorm van een ijzeren hek. Dit past absoluut niet bij de rest. We vervolgen onze weg en stoppen bij het Queen Elizabeth forrest. Een heel mooi oud bos met veel bemoste bomen, en een mooie waterval. We bezoeken nog even het Dumbarton castle. Een mooi kasteel, maar met het weer van vandaag erg mistroostig. We zoeken een overnachtings plaats, en vinden het voor vandaag wel weer mooi geweest.