Vrijdag 11 juli 2003
Na drie keer onze vakantie op IJsland te hebben doorgebracht, werd het nu tijd voor een andere vakantie bestemming. Noorwegen hadden we ook al van noord naar zuid doorkruist, dus we waren toe aan iets nieuws. We kozen voor het land waar spookrijden tot een nationale sport is verheven. Wat zeg ik! het wordt aan alle kanten toegejuicht. Het lijkt wel of het hele systeem hieraan is aangepast. Het land staat vol vervallen forten, kastelen en kloosters. Alles wat in de eeuwen is opgebouwd is ook weer aan puin geschoten. Bovendien is het het land waar de mannen in rokken lopen, kortom Schotland.
De “pride of Rotterdam” vertrekt om 21:00 uur uit Rotterdam naar Hull. We zijn wat gewend van onze overtochten naar Noorwegen, en zijn dan ook erg verbaasd, als blijkt dat we niet in de rij hoeven te staan om in te checken. Om 17:30 hebben we de auto al aan boord, en onze handbagage in de hut. Dan om 21:00 uur vertrekt de “Pride of Rotterdam”. Om 21:30 bezoeken we de bioscoop. We hebben met zijn tweeën de hele bioscoop voor ons zelf. Tenminste tot ongeveer één minuut voor aanvang. Dan komen er nog een achttal bezoekers meer. We hebben gekozen voor “Johnny English”, een erg vermakelijke film. Als de film is afgelopen gaan we naar onze hut, om heerlijk te gaan slapen.
Zaterdag 12 juli
Om goed 08:00 uur rijden we de “Pride Of Rotterdam” alweer af, en het Engelse Hull binnen. Even moet ik wennen aan het links rijden, maar dat is makkelijker dan je zou verwachten. Vroeg in de middag arriveren we in Schotland. Als eerste bezienswaardigheid staat de abdij van Jedburg op het programma. Het is werkelijk prachtig weer, en de abdij baad dan ook in het zonlicht. We kopen voor 46 pond een pas die ons toegang gaat geven in meer dan 60 kastelen / ruïnes en of kloosters. Dit is makkelijker en goedkoper dan overal los entree te betalen.
Ik maak wat foto’s, en nadat we er nog even rondgehangen hebben rijden we verder naar Dryburgh. Ook hier een pracht van een ruïne. Af en toe verdwijnt de zon heel even achter een wolk, maar nooit langer dan een paar minuten. De abdij ligt een beetje achteraf, en heeft een mooi bijgebouw.
Een stukje verder komen we na een steile klim over een smal weggetje bij Scotts view. Vanaf hier hebben we een mooi uitzicht over de Eildon hills. Als ik tijdens de overnachting rond 04:00 uur wakker wordt kan ik het niet laten even en blik naar buiten te werpen. Het dal is gevuld met mist. Ik grijp mijn camera en statief, om even later buiten te proberen het uitzicht vast te leggen in mooie plaatjes.
Zondag 13 juli
We beginnen de dag met een rit naar Melrose. In dit plaatsje ligt een mooie ruïne van een abdij. Vanuit de toren hebben we een prachtig uitzicht over het oude kerkhof. We maken nog een korte wandeling door het mooie plaatsje. Het volgende op het programma is Ayton castle. Een uit rode stenen opgebouwd kasteel. De entree zou zo van een efteling kasteel kunnen zijn. Voorbij de entree moeten we nog een mooie weg door een bos afleggen alvorens we bij het kasteel aankomen. De familie zit bij de hoofdingang gezellig onder een parasol te eten. Het grote grasveld, dat qua grote niet onder doet voor een voetbalveld, wordt besproeid door een installatie die ongeveer de capaciteit heeft voor het sproeien van de middenstip. De butler rent naar voren als hij ziet dat wij bijna door de hoofdingang naar binnen willen lopen.
Hij leidt ons naar een zij ingang, en verteld ons even te wachten op de gids die voor 3 pond per persoon een rondleiding geeft. drie Pond voor een rondleiding waarbij we door de zij ingang naar binnen moeten spreekt ons niet erg aan, dus gaan wij de lange weg terug naar de camper en vervolgen de weg naar Eyemouth. Hier ligt een klein vissershaventje. We hebben weer eens geluk. De festiviteiten rondom de een dag eerder gehouden verkiezingen van Miss Haring zijn nog in volle gang. Miss Haring is dan misschien wel al gekozen, maar de hoofdstraat staat vol met kermisattracties, en de haven is met wel 100 vlagjes versiert. Daarom rijden we al snel weer verder naar “Saint Abb’s Head”. Hier wandelen we langs kliffen met meeuwen, alken, aalscholvers, en nog veel andere vogels waarvan we de naam niet kennen. Via mooie roggevelden, en velden vol met gele bloemetjes wandelen we terug naar de camper, en rijden verder richting het “John Muir country park”, Maar omdat de dag alweer op zijn eind loopt doen we dat niet zonder een overnachting. Vanaf onze overnachtings plek zien we in de verte “Bass Rock” beschenen worden door een waterig zonnetje.