16 augustus
Vanuit ons slaapkamerraam hadden we vanmorgen een perfect uitzicht op een door de zon goudgekleurde witte bergtop. De temperatuur was weliswaar erg laag, zo rond de 6 graden binnen in de camper, maar buiten zag het er prachtig uit. Voor vandaag stond dus Lauterbrunnen op het programma. Om iets voor negenen togen we naar het station Grindelwald Grund. 10 minuten later hadden we de kaartjes, (12 ZFR pp) en was het wachten op de trein. We hadden verwacht dat deze om 09:05 zou komen, maar helaas hadden we verkeerd gekeken. 09:24 was wel de juiste tijd. En omdat we wat zaten te dozen, of dat echt wel de trein was die we moesten hebben mistte we deze, en konden we uiteindelijk vertrekken met de trein van 09:54. Maar goed, na een overstap in Grindelwald, en vervolgens in Zweilütschinen kwamen we toch nog goed aan in Lauterbrunnen. Een geweldige mensenmassa dook van alle kanten uit de verschillende treinen de perrons op. Gelukkig voor ons doken er veel gewoon in een volgende trein, zodat Lauterbrunnen niet helemaal door toeristen onder de voet gelopen werd. Al is het wel zo dat dergelijke toeristische plaatsen meestal door ons worden vermeden, hadden we nu een goede reden om toch hier naar toe te gaan, namelijk de Trümmelbachfälle. 10 watervallen, verstopt in grotten, en middels trapjes, tunnels en liften bereikbaar gemaakt voor het gewone volk.
Onderweg naar deze grotten hadden we even een uitzicht op de waterval met de hoogste vrije val van Zwitserland, Staubach. Terwijl we naar boven stonden te kijken zagen we enkele paragliders welke een duo-sprong maakte. Ze zweefde even hoog boven ons, tegen de blauwe lucht, en langs de waterval af. Honderd meter verderop op een weiland werd geland. Zoals te verwachten, zei Ans “dat zou ik ook wel eens willen doen” Normaal gesproken doet ze dat dan toch niet, omdat ze het meestal te duur vond, maar dit keer besloot ze toch de sprong te wagen. (150 ZFR) Ik wachtte beneden met de camera in de aanslag. Een klein uur later zag ik eindelijk de parachute met Ans en haar begeleider (Dave) naar beneden glijden. Enkele minuten lang hingen ze ver boven mij, om even later de landing in te zetten. Ans vond het geweldig. (http://www.paragliding-grindelwald.ch). De paragliders waren hier aan het overwinteren vanuit hun andere stek in Nieuw Zeeland. Zodra we in Nieuw Zeeland komen, ga ik de sprong maken.
We vervolgde de weg naar de Zweilütschinen. Zoals te verwachten, stond hier een kassa, en mochten we entree betalen. (10 ZFR PP). Maar goed, daarvoor was dan ook van alles aangelegd om het ons zo makkelijk mogelijk te maken de 20.000 liter water per seconde voorbij te zien denderen. Het meenemen van de regenjassen was geen overbodige luxe. In de grotten was het koud, en regelmatig kwam vanuit het plafond water naar beneden. Zoals gewoonlijk stond ik met mijn statief vaak enorm in de weg.
Na dit natte spektakel ging de tocht weer terug naar Lauterbrunnen, alwaar we op het station snel de trein indoken, om met uitzondering van twee keer overstappen te blijven zitten tot aan Grindelwald Grund.
Oja, de treinen rijden hier stipt op tijd!
17 augustus
We worden wakker onder een stralend blauwe lucht. Vandaag gaan we naar de 3571 meter hoog gelegen Sphinx op de Jungraujoch – top of Europe. We nemen de trein van 08:10 vanaf Grindelwald Grund. Om 08:08:30 komen we aan op het station. De trein staat al klaar om te vertrekken, dus in alle haast kunnen we nog snel een kaartje voor de trein bemachtigen, in de trein springen om er vervolgens achter te komen dat we teveel betaald hebben. Achteraf zal blijken dat we de korting hebben gekregen voor de Swisspass (25%) in plaats van de beloofde 50%. We betalen voor twee kaartjes dus 224 ipv 149 ZFR. Met de vroege trein verwachten we een rustige “zittende” rit naar boven te hebben. Helaas! De trein barst uit zijn voegen. Met ongeveer een staan ruimte van 40 bij 40 cm pp moeten we het doen. Om het dure kaartje naar de top van de Jungfraujoch te rechtvaardigen moet het helder weer zijn. De afgelopen week was het iedere dag redelijk bewolkt, zodat alle mensen die de top willen bezichtigen deze dag hebben uitgezocht om dat te doen. Op de kleine Scheidegg moeten we overstappen, en blijkbaar weten de medewerkers van de Zwitserse spoorwegen nog meer mensen in de trein te krijgen. Wij bemachtigen een plaatsje op de trappen langs de deur. Een klapstoeltje geeft nog enigszins steun, maar door de drukte kan ik hier slechts een beetje op hangen. Zitten kun je dit niet noemen. Bij een stationnetje in een tunnel blijkt het dat we even moeten wachten op een tegemoetkomende trein. Er is hier niets te zien, maar toch willen verschillende mensen hier even uitstappen om de benen te strekken. Dat hiervoor tientallen mensen ook moeten uitstappen om hen er door te laten deert ze niets. Als de trein even later weer verder wil is het dus enorm dringen drukken en chagrijnen om iedereen weer in de trein te krijgen. Dit herhaalt zich nog een keer een stukje verderop in de trein. De conducteuren in dienst van de Zwitserse spoorwegen die op deze route werken worden waarschijnlijk geselecteerd op hun postuur. Een magere lange man weet zich moeiteloos door de enorme drukte te werken om de kaartjes te knippen. Mensen met een staanplaats krijgen hier een voucher voor een gratis kop koffie op de Jungraujoch. Het is dus niet leuk in de trein, maar je krijgt in ieder geval excuses van de ZS. Na een lange tocht, waardoor we ook nog worden vermaakt met een informatie film over de aanleg van de spoorweg komen we aan op de onderste verdieping van de Sphinx. De meeste passagiers van de trein snellen naar boven naar het uitzichtpunt, zodat wij dus even genieten van de betrekkelijke rust om de onderste etage. We genieten van het uitzicht wat hier waarschijnlijk net zo mooi is als de 108 meter hoge toren, en maken wat foto’s. We zetten dan de wandeling in naar de Mönchochhütte. Onderweg zien we veel voorbeelden van wat commercie kan doen met een geweldig stukje natuur dat je hierboven aantreft. Want hoe negatief het af en toe ook klinkt, het is hier fantastisch. De sneeuw is zo wit, dat je zonder zonnebril geen steek ziet. Zelfs met zonnebril moet ik mijn ogen dichtknijpen. De lucht is strakblauw, de lucht fris en het uitzicht geweldig. Maar een van de eerste dingen waar je buiten tegen aanloopt is een kabelbaantje waar je tegen betaling vanaf kunt glijden middels een gordel en een stuk touw. De tocht duurt dan een 10 seconden, en je staat weer in de sneeuw. Gratis kun je met ronde plastic slede een stukje door de sneeuw naar beneden glijden. Een kleine skilift, en je kunt skiën en of snowboarden. (er vanuit gaande dat je de techniek beheerst). En dan als toppunt liggen er 5 poolhonden te wachten op de toeristen die op een 300 meter lang parcours graag rondgetrokken willen worden.
Aan ons is een en ander niet besteed, dus wij lopen door naar de Mönchochhütte. De tocht gaat over een door een machine geprepareerd sneeuwpad, en ondanks mijn niet slechte conditie heb ik enorme moeite om vooruit te komen. De ijlere lucht op deze hoogte speelt ons nu al parten. Gelukkig heeft iedereen het hier moeilijk. In de hut trakteren we onszelf op koffie met een lekker stuk gebak. Gesterkt door dit gebak aanvaarden we de weg terug richting de Sphinx. Onderweg begint een lichte hoofdpijn zich meester van mij te maken, maar waar hebben we anders Paracetamol voor? Ik slik een tabletje, en na een paar minuten voel ik de werking van dit middel. Onderweg wordt nog regelmatig gestopt om rond te kijken en uit te hijgen. Nu gaan we in de Sphinx wel omhoog, middels de 108 meter hoge lift. Met een geweldige snelheid schieten we de in liftschacht omhoog. Vanuit hierboven hebben we wederom een mooi uitzicht. De met sneeuw bedekte bergen en gletsjers die we vanaf hier kunnen zien zijn werkelijk prachtig. Van boven af zien we nog verschillende wandelpaden naar uitzichtpunten gaan, maar helaas, onze energie is bezig aan zijn laatste reserve, zodat we besluiten om terug naar de trein te gaan en af te dalen naar een volgens station. Het panorama platform waarop wij staan puilt uit van de mensen. Het is hier voor iedereen genieten. De vloer bestaat hier uit metalen roosters, zodat je ook kunt kijken hoe diep het hier onder is. Als je hoogtevrees hebt, kun je maar beter voor je kijken.
Wat wel grappig is, zijn de grote groepen toeristen die het geweldig vinden om een foto te maken voor de muur waarop met gele letters “Jungfraujoch” is geschilderd. In rijen staan de mensen klaar om hier op foto vereeuwigd te worden. Ik kan deze foto zelf wel missen, en we besluiten terug te lopen naar het station om de weg terug naar Grindelwald te aanvaarden. Het plan is om onderweg bij enkele stations uit te stappen en nog een stukje te gaan wandelen. Bij het station is het zo druk dat we toch nog maar een keer omdraaien en de ijsgrot in lopen. Deze grot is al een stuk mooier dan de grot bij de Titlis, maar echt warm kan ik het ook hier niet van krijgen. Dan kom ik gelijk weer bij een irritatie punt. Hordes Japanners die een attractie zoals deze binnen gestormd komen, en door de gangen rennen met hun camera’s voor de neus, en zowat alle andere toeristen omver lopen. Sommige lopen zelfs heel de gang door, met een videocamera voor de neus. Ze zien dus enkel door hun zoeker wat er eigenlijk te zien is. Ze gaan voor niemand opzij, en verwachten wel dat iedereen plaats maakt voor hen. Het onbeleefde gedrag van deze groep toeristen ergert mij dan ook mateloos. En nu dus maar terug naar het station. De rij van zo-even is nu twee keer zo lang geworden. Overal staan mensen met chagrijnige gezichten, je hoort jengelende kinderen, en mopperende volwassenen die iedereen terecht wijzen waarvan ze maar denken dat ze voordringen. Zodra een trein stopt rent iedereen chaotisch door elkaar heen om een plekje in de trein te bemachtigen. Als wij bijna vooraan staan, is de trein vol, en sluiten de deuren. Dan gaan de deuren weer open, en een conducteur weet toch nog enkele tientallen mensen in de overvolle treinen te persen. Dit gaat soms met harde woorden. Gelukkig weten wij de dans te ontspringen. Wij wachten een 15 minuten op de volgende trein, en weten dan gelukkig een zitplaats te veroveren. Even later zijn ook alle lege plekjes gevuld met staande passagiers, en kan de trein vertrekken richting Kleine Scheidegg. De tocht duurt lang, en langzaam begint mijn hoofdpijn terug te komen. Maar we zitten hier zo krap op elkaar gepakt dat ik zelfs geen paracetamol uit mijn tas kan pakken. Eenmaal op het station Kleine Scheidegg weet ik mijn pilletje te pakken, en kan het zijn werk gaan doen. Helemaal verdwijnt de hoofdpijn niet meer, maar het wordt wel enigszins dragelijk. Uiteindelijk kunnen we op station Grund uitstappen, en wandelen we het laatste stuk terug naar de camping. Na het eten rest me niks dan op bed te gaan liggen, en te hopen dat de hoofdpijn, welke ondertussen gepaard gaat met misselijkheid zal zakken. Na een half uurtje is dit nog steeds niet het geval, en ik besluit om ook nog maar een Ibuprofen naar binnen te werken. Dan ga ik weer plat. Even verergert zich de misselijkheid, en ik kan nog net de afvalemmer pakken alvorens mijn maaginhoud zich via de verkeerde weg een weg naar buiten baant. Al snel ligt mijn Babi Pangang met gebakken ei en mijn toetje in de afvalemmer. Niet leuk, maar het lucht wel op. De misselijkheid verdwijnt, en eenmaal terug in bed val ik eindelijk in een diepe slaap.