Zondag 12 augustus 2007,
Zonder stres en op ons gemak vertrekken wij richting Schiphol. Geen stress, want we vertrekken morgenvroeg. We hebben voor vannacht een kamer in het Crown Plaza hotel gereserveerd. De kamer inclusief transfer naar Schiphol v.v. en maximaal 21 dagen parkeren is niet veel duurder dan het parkeren op lang parkeren P3 bij Schiphol. We hoeven nu ook niemand lastig te vallen om ons weg te brengen, en we staan in geen enkele file als we morgenvroeg om ongeveer 08:00 op Schiphol zouden moeten zijn. Ook de stromende regen is een mooi afscheid van Nederland.
Maandag 13 augustus,
Met zijn tweeën hebben we 46 kilogram bagage, ongeveer 14 kilogram handbagage en een laptop van 2,5 kilogram bij. We verwachten problemen, maar kunnen zonder bijbetaling gewoon passeren. Bij de douane krijgen we al bijna de routine te pakken.
• Zakken leegmaken
• Riem uit de broek
• Schoenen uit
• Laptop uit de tas
Aan de andere kant natuurlijk weer hetzelfde maar dan in omgekeerde volgorde. Voorbij de douane is alles weer rustig. De winkeltjes laten we links liggen. Wij gaan voor de koffie met een broodje. Ruim op tijd zijn we bij de gate, waar we nog even moeten wachten voor het boarden begint.
Na nog geen twee uur vliegen komen we aan op Oslo airport “Gardemoen”. Een mooie luchthaven, veel hout, kunstwerken en winkeltjes. Alleen jammer dat er slechts twee pinautomaten staan, waarvan er een defect is. Als we eindelijk aan de beurt zijn, kost het mij vier passen alvorens er een te vinden die het gewoon doet. Na even zoeken vinden we transport naar Oslo. Twee retourtickets kosten ons 4400 Noorse kronen, oftewel € 52.55.
De chauffeur vraagt waar we heen moeten. Als ik zeg naar het Thon hotel vraagt hij welke, er zijn er 12 in Oslo. We komen uit op Thon Hotel Europe. De rit duurt ongeveer 50 minuten, waarna de chauffeur ons uit de bus zet, en de richting aangeeft waar we heen moeten. We zijn echter op de verkeerde plek afgezet. Namelijk vlak bij het boekingskantoor van Thon Hotels. We vragen de weg aan voorbijgangers, en staan even later bij een verkeerd Thon hotel. We hebben beide geen zin meer in het gesjouw, en bellen een taxi. Nu worden we recht voor de deur afgezet. Het blijkt dat het busstation waar we eigenlijk uit hadden gemoeten een paar honderd meter verderop zit.
In het hotel is het een gezellige drukte. Er is zojuist een flinke groep aangekomen, en het duurt even voordat de receptie de drukte heeft weggewerkt. Als wij aan de beurt zijn vinden ze eerst onze reservering niet, maar dit wordt na een tijdje opgelost. We gaan naar onze kamer. De kamer is slecht! We hebben uitzicht op steigers, en dat is niet zo’n probleem, ze zijn nu eenmaal aan het verbouwen en dan kan dat gebeuren. Maar we zitten aan de binnenplaats, waar ook de afvalcontainers van de keuken staan, en waar dan ook tot diep in de nacht door het personeel rotzooi in wordt gedumpt. Dat een container deksel ook zachtjes dicht kan snappen ze hier blijkbaar niet. Ondanks dat de verwarming uit staat is het bloedheet in de kamer, zodat het enige alternatief is om ondanks de herrie toch het raam open te zetten. Het fineer van mijn nachtkastje is geheel verdwenen zodat je op een vieze houten plaat kijkt, de wastafel in de badkamer zit aan de buitenkant vol met roest, en de verf bladdert er vanaf. Kortom het is allemaal oud en uitgeleefd. We hoeven hier maar 1 nacht te slapen, en zijn morgenvroeg om iets na vijven weer weg, dus ik laat het maar gaan. We lopen nog even de stad in. Oslo is een mooie stad, en zeker de moeite waard om nog eens terug te komen. Ook hebben we geluk dat er een openlucht fototentoonstelling is van de fotograaf Steve Bloom, Spirit of the Wild.
Omdat we nog moeten eten, en het nogal aan de late kant is besluiten we een groot deel van de tentoonstelling te bewaren voor onze terugweg na de vakantie.
Dinsdag 14 augustus,
Om 9:20 zitten we in het vliegtuig naar Longyearbyen. Iedereen is er, behalve………… de piloot. Omdat deze man een nogal belangrijke functie heeft aan boord van een vliegtuig wordt er gewacht totdat hij er ook is. Met een half uur vertraging, maar wel compleet vertrekken we richting Longyearbyen. We maken een tussenstop in Tromso. Enkele passagiers stappen uit, andere stappen in. Het weer is hier niet echt inspirerend. Het is grauw en grijs. Als we Longyearbyen naderen besef ik dat we eigenlijk aan de verkeerde kant van het vliegtuig zitten. De passagiers die aan de rechterkant van het vliegtuig zitten hebben een mooi uitzicht op Spitsbergen. Voor ons is er slechts zicht op een grote lege oceaan. Zodra we echter het Isfjorden in vliegen veranderd voor ons het uitzicht, en zien we ook de prachtige gletsjers en de toppen van de prachtige spitse bergen.
Bij de uitgang staat onze gids Lian al te wachten. Met een pendelbus worden we naar ons Guesthouse gebracht waar we de eerste nacht zullen doorbrengen. Het Guesthouse ligt ongeveer twee kilometer voorbij Longyearbyen in Nybyen. Rond deze tijd van het jaar hebben we zowat het hele gebouw voor ons zelf. Het gebouw werd voorheen gebruikt voor het onderbrengen van de mijnwerkers van Longyearbyen.
Nadat we onze tassen in de kamer gedropt hebben wandelen we richting Longyearbyen. Een oud mijngebouw dat (mijn nummer 2) rijst hoog op de bergwand langs ons guesthouse op. Onze eerste wandeling gaat dan ook de steile berg omhoog. Een indrukwekkend gebouw, wat wel op instorten staat zodat we wel een gepaste afstand houden, of heel voorzichtig rondom de bebouwing lopen, en proberen om de stutten die het gebouw overeind houden te raken.
Dan gaat de wandeling verder naar Longyearbyen. Wat meteen opvalt zijn de vele gekleurde huisjes, en de vele sneeuwscooters die in het gras staan te wachten op het invallen van de winter. Op een grasveld staat een rendier op zijn gemak te grazen. We verwachten eerst dat het dier aan een touw zit of zo, maar hij loopt hier gewoon los rond.
We vinden een tafel in een gezellige brasserie, (Nanssen). Omdat reizen nogal vermoeiend is, gaan we na het eten maar naar guesthouse Spitsbergen, waar we al snel naar bed gaan, en in een diepe slaap vallen.