Vrijdag 21 juni
De hele nacht heeft het geregend. We verlaten de camping, maar niet voordat we ons vuilwater hebben gedumd en vers water hebben ingeslagen. In Banff vullen we ook de benzinetank tot de rand toe vol. Bij het afrekenen hoor ik dat ze bezig zijn om met zandzakken de Bow river in te dammen. En dan valt het hier nog mee. Het blijkt dat hele delen van Calgary onder water staan en er rekening mee wordt gehouden dat er ruim 100.000 mensen moeten worden geevacueerd.
De snelweg richting Calgary is afgesloten, netzoals de Bow Park Way waar we gisteren nog gereden hebben. Voor onze planning maakt het niet zo heel veel uit. We hebben enkel een paar wandelingen niet kunnen doen en zouden toch al richting Lake Louise gaan. De snelweg ligt er verlaten bij. Een enkele camper verlaat Banff en zo af en toe komt een vrachtwagen met zand of een buldozer ons tegemoet.
Vanaf de snelweg hebben we goed zicht op de Bow Rivier. We weten niet hoe breed die eigenlijk hoort te zijn, maar te zien aan de hoeveelheid bomen die nu natte voeten hebben staat het water nog steeds veel te hoog.
Hoewel we geen moment het idee hebben gehad in gevaar te zijn geweest zijn we blij als we Banff achter ons kunnen laten. Wel kijken we met iets meer aandacht naar de steile bergwanden die de snelweg flankeren. We hebben gezien wat het water allemaal mee kan sleuren en zomaar op de weg kan achterlaten.
We komen zonder problemen aan in Lake Louise. Hier maken we tijd om wat foto’s en teksten op internet te plaatsen en te kijken of er op facebook nog iets bijzonders wordt gemeld. Daarnaast bekijken we ook het nieuws en zien de foto’s van de blank staande straten van Calgary.
Terwijl hier de lucht langzaam opklaart lopen we nog even het bezoekerscentrum binnen om een stukje geschiedenis van de Rocky’s op te snuiven en te kijken welke wegen nog wel open zijn. Onze planning komt overeen met het te berijden deel van het wegennet. Even later rijden we richting ‘Field’. Een klein plaatsje met vlak daarbij een camping in het nationale park Yoho.
We komen vroeg aan op de camping en vinden een mooi plaatsje waarvandaan we goed zicht hebben op een tiental grondeekhoorns die hier vrolijk rondspringen en argwanend al die campers met hun bewoners in de gaten houden.
Nadat we even wat hebben gegeten wandelen we terug in de tijd. Tenminste dat is wat de folder op de camping ons belooft. We lopen over een mooi bospaadje waar je af en toe wat kunst en vliegwerk moet verrichten om over of onder een omgevallen boom door te komen.
Het hoogtepunt van de wandeling is het wrak van een achtergebleven locomotief uit 1907. Het is niet veel meer dan een karkas, maar als je er rekening mee houd dat het ding hier al ruim 100 jaar ligt ziet hij er nog fantastisch uit. Het fotograferen van het stuk roest neemt nog behoorlijk wat tijd in beslag maar geeft wel veel voldoening.
Terug op de camping is het weer tijd om in een goed boek te duiken.
Zaterdag 22 juni
We hebben het gekletter op het dak van onze camper vannacht moeten missen. Wel is het bewolkt als we wakker worden. De bergtoppen zijn in tegenstelling tot gisterenavond niet te zien maar gaan verscholen in de donkergrijze wolken. We rijden naar Lake Emerald, waarvan we hebben gehoord dat er een mooie wandeling te doen is.
Als we aankomen is het nog redelijk fris zodat we lang staan te twijfelen wat aan te doen. Als we daaruit zijn beginnen we met de wandeling die eerst langs het groene water van het meer gaat. Ondanks het bewolkte weer is het mooi om de spiegeling van de bergen in het water te zien.
Na ongeveer 2 kilometer verlaten we het pad langs het meer en gaan verder richting het Lake Emerald basin. Het pad loopt steil omhoog. Al snel hebben we een mooi uitzicht op de bergen om ons heen en de vele heldere watertjes die in het dal bijeenkomen en daar gezamenlijk als een blauw lint richting het meer gaan.
Tijdens onze luch worden we vermaakt door een aantal eekhoorntjes die om een of andere reden mijn fotorugzak heel interresant vinden. Een van de eekhoorntjes begint de rugzak te likken en komt iedere keer als ik hem verjaag weer terug om zijn werk voort te zetten.
Na weer een stuk te hebben gelopen zien we twee marmotten die zich tegoed doen aan iets wat hier ooit rondliep maar er nu niet meer herkenbaar uitziet. Het maakt ze in ieder geval minder schuw zodat ik op mijn gemak de diertjes kan fotograferen.
Enkele watervallen die zich een weg gebaand hebben in de harde rotsen zijn ons volgend doel. Hoewel ze op slechts 500 meter van ons vandaan liggen is het nog een hele klus om er over het losse puin dat hier tegen de steile helling ligt bij de watervallen te komen. Nat van het zweet en moe van de inspanning nemen we hier rustig de tijd om de omgeving in ons op te nemen voordat we aan de terugweg beginnen die hoewel nu naar beneden toch erg zwaar is.
Zondag 23 juni,
We staan klaar om te vertrekken. Vandaag hoeven we niet veel kilometers te maken. De Takakkaw falls staan op het programma. We hebben geluk want de weg er naartoe is pas sinds gisteren geopend. Het moet een nogal steile weg zijn met enkele behoorlijke haarspeldbochten. Campers met een maatje meer als die van ons mogen er niet naar boven. Wij nog net wel.
Ik steek de sleutel in het contact en draai rechtsom en er gebeurt niets. Nou ja, niets een beetje gereutel van de startmotor die te weinig vermogen krijgt om de motor te laten draaien. Normaal gesproken zet ik de auto altijd in zijn achteruit in de kampeerplekken zodat het makkelijker is om weer weg te rijden. Deze keer dus niet. Op die manier kunnen we er dus ook geen andere auto voorzetten en zo met startkabels werken.
Ik loop naar de receptie om te vragen of ze een ‘startaccu’ hebben. De jufrouw van de receptie moet daarvoor even haar collega’s oproepen die dan vervolgens moeten kijken of ze in het bezit zijn van zo’n exemplaar. Ze verwachten ongeveer 20 minuten nodig te hebben om het te controleren en vervoglens naar de camping te rijden.
Als ik na een half uurtje nog niets heb gehoord of gezien loop ik terug naar de ingang van de camping. Dit keer gewapend met het telefoonnummer van de camperverhuurder. Wellicht dat die nog iets weten, en om te informeren of ik zelf een ‘jumpstart’ mag uitvoeren.
De startaccu is nog niet gearriveerd en ik bel het nummer van de camperverhuurder. Na even in de wacht te hebben gestaan waarbij me wordt medegedeeld dat ik ook op internet kan kijken om mijn probleem op te lossen krijg ik een jufrouw aan de telefoon die me vriendelijk te woord staat. Van Yoho National Park heeft ze nog nooit gehoord, dus vraagt ze me om de naam te spellen. Gelukkig kent ze het woord National Park wel zodat ik alleen Y-O-H-O hoef te spellen waarna we weer verder kennen.
Als ik mijn probleem heb voorgelegd vraagt ze aan mij of ik de ‘Emergency Start’ button al heb geprobeerd. Nee dus, maar ik weet nu wel dat we zo’n knopje hebben. Hoe het werkt kan ze me niet uitleggen, maar ik neem aan dat dan de accu van het campergedeelte even naar de startmotor wordt doorgeschakeld. Het werkt in ieder geval wonderwel zodat we aan onze activiteiten van de dag kunnen beginnen.
Omdat ik nog niet weet of de auto ook onderweg nog wil besluiten ermee te stoppen rijden we eerst naar de ‘Natural Bridge’. Een brede rivier wordt hier door een smalle opening in de rotswand geperst waardoor het er met veel geweld doorheen spuit. Om de natural bridge goed te kunnen bekijken hebben ze er een betonnen exemplaar naast gelegd. Het is een leuk tussendoortje om even te bekijken, maar blijkbaar ook een van de stops van de grote toeristenbussen. Wij zijn net klaar als zo’n gigantisch exemplaar de parkeerplaats opdraait, en er vervolgens meer chinezen uit die bus komen gelopen dan er in heel China wonen.
Onze camper loopt weer als een zonnetje zodat wij onze koers naar de Takakkaw kunnen voortzetten. Al van grote afstand vallen onze monden open van verbazing. Een gigantische hoeveelheid water stort hier 254 meter in de diepte. De nevel die bij zo’n spektakel lijkt te horen wordt door de wind nog een behoorlijk stuk verplaatst. Zodanig dat een foto van dichtbij een onderwater camera vereist, of dat je in ieder geval na ieder shot met een doekje even je frontlens droog moet vegen. Het mag de pret niet drukken, de waterval is imposant, en dat is zacht uitgedrukt. Takkawak is trouwens een woord in “Cree” en betekend ‘indrukwekkend’
Nog niet genoeg van al dat waterplezier beginnen we aan de wandeling naar de Laughing Falls. Waar deze naam zijn oorsprong vandaan heeft weten we niet, en zullen we waarschijnlijk nooit weten.
Hier speelt de zon mooi met de nevel en bomen, wat een bijna theatraal lichteffect tussen de bomen creeert. Het blauwe heldere water van deze waterval, afkomstig van de little Yoho rivier mengt een stuk verder met het wit troebele water van de Yoho rivier wat opzich ook weer mooie plaatjes oplevert.
De terugweg wordt nog even benut om naar het Duchesnay meer te lopen. Een surealistisch landschap met veel dode bomen die door de harde winters grijs zijn verkleurt geven mij weer even dat Wow moment.
Bijna terug bij de camper hebben we weer zicht op de Takakkaw waterval waar nu door de zon ongeveer halverwege een kleurenpalet wordt geprojecteerd. Slechts even hebben we zicht op deze mooie show, maar dan gooit de bewolking roet in het eten. De show is over. Wij gaan terug naar de camping.
Maandag 24 juni
De blauwe lucht die we in de ochtend ervaren belooft veel goeds. In mijn leven is mij al vaak veel goeds belooft, en lang niet altijd wordt dat nageleefd. Ool de blauwe lucht is daarop geen uitzondering.
Als we in de buurt van onze bestemming komen, de Wapta falls is het blauw al volledig verdreven door grijs, vele tinten grijs, misschien wel 50. Met wat extra kleding in de rugzak beginnen we aan de wandeling. De eerste kilometers is het een nogal gewoon recht pad door de bossen.
Een drietal personen is bezig met het in stukken zagen van bomen die de afgelopen winter en lente of over het pad heen zijn gevallen, of gevaarlijk overhellen in de richting van het pad. Van beren zullen we waarschijnlijk geen last hebben. Die hebben bij de eerste geluiden van de motorzaag waarschijnlijk de benen genomen. Na een paar kilometer gaat het pad steil naar beneden en hebben we goed zicht op de waterval. Een berg die de waterstroom blokkeert hangt in een dik neveldeken van het opspattende water. Wij dalen langzaam verder langs het pad totdat we aan de oever van de rivier staan. Daar nemen we even de tijd om de waterval te bekijken. We kijken ook goed om ons heen, want in het natte zand staan berensporen.
We zijn nog maar net aan het rijden, of de ruitenwissers kunnen weer aan. We zijn onderweg naar Glacier park. De regen blijft vallen, dus de timing is goed om het bezoekerscentrum te vereren met waar het voor is gemaakt, een bezoek.
De expositie in het bezoekerscentrum zorgt voor een aangenaam tijdverdrijf. Ik ben nog op zoek naar de boekenhoek die hier ook moet zijn. Een grote ruimte met lege rekken is volgens mij het enige wat van de boekenwinkel over is.
We krijgen wat tips en kaarten van een behulpzame medewerkster. Sinds de overstromingen in Banff en Calgary is het hier wel wat drukker geworden. Veel groepsreizen zijn omgeleid omdat de omgeving van Banff erg moeilijk te bereiken is. Bovendien heerst er een tekort aan drinkwater en levensmiddelen zodat ze op dit moment liever niet te veel toeristen zien.
Maar het Glacier national park is niet meer zo populair als het ooit was. Het hotel langs het bezoekerscentrum is inmiddels gesloten, net zoals de winkel en de benzinepomp. Het is erg jammer, want het park heeft toch veel te bieden.
Voordat we naar de camping gaan rijden we tussen twee buien door terug naar de Bear Creek Falls. Nadat we eerst op de verkeerde plek aan de wandeling zijn begonnen gaat het op een volgend plekje een stuk beter. Een erg steil pad leid naar de voet van de waterval. Mooi om te zien, minder makkelijk te fotograferen. Vanaf het moment dat het watergeweld zichtbaar is worden we door de opspattende nevel verwelkomt. Geen omstandigheden waarin je de mooiste foto’s kunt maken. Een paar snelle snapshots dan maar.
Omdat we in de omgeving toch nog wat willen zien overnachten we in het park op camping Illecillewaet. Vanavond even niets, en morgen zien we wel weer.
Dinsdag 25 juni
De regen tikt op het dak van de camper. In de hoop dat het nog opklaart doen we het vanmorgen erg rustig aan. Maar al nemen we nog zoveel tijd voor het ontbijt en alles wat daaromheen hoort, als we klaar zijn regent het nog steeds. Wellicht is het handig om vandaag de hele dag te rijden en al wat dichter bij Vancouver te komen zodat we deze regendag niet nutteloos hoeven uit te zitten.
De plannen zijn gemaakt. Vandaag gaan we voornamelijk rijden.
We zijn echter de camping nog niet af of plotseling stopt de regen. We parkeren de camper en beginnen aan de wandeling naar “Meeting of the waters”. Een plek waar twee rivieren bijeenkomen. De wandeling loopt langs de overblijfselen van “Glacier House”. Het onderkomen van een groep mensen die hier onderzochten of er mogelijkheden waren voor het aanleggen van een spoorverbinding.
Als we aankomen bij de “Meeting of the waters” komt het water niet van twee maar van drie kanten. Van links, van rechts en van boven. Beschut door de bossen hebben we er niet zo heel veel last van, maar leuk is toch anders.
Onze volgende tussenstop is het Ceddar-Hemlock park. Volgens de folders een regenwoud met 500 tot 600 jaar oude bomen. Het is indrukwekkend te zien hoe hoog en hoe dik deze bomen in die tijd zijn geworden. Heel even schijnt een beetje zon tussen de bomen door, maar niet veel, en ook niet lang.
Een paar kilometer verder, we zitten inmiddels in het Revelstoke national park bezoeken we nog zo’n bos. Dit keer staan er meer verhalen bij. Het is een vreemd idee te bedenken dat enkele van de hier aanwezigen bomen er al stonden voordat Christopher Columbus voet in Amerika zette.
Lang om hier over na te denken hebben we niet, want ondertussen regent het alweer en spoeden we ons terug naar onze camper.
Als we aankomen bij de ‘Meadows in the sky parkway, steekt de zon pesterig een paar straaltjes door de wolken heen. Voor ons genoeg om een wandeling van ongeveer 2,5 kilometer door de inspiration woods te maken. Een leuke wandeling die we net voordat de volgende bui losbarst afronden.
We rijden tot ongeveer 21:00 uur door en proberen de regen achter ons te laten. Helaas lukt ons dat niet en bij iedere tussenstop die we droog beginnen, begint het telkens na korte tijd te regenen.
De nacht brengen we door op de Kekulibay camping, ongeveer 10 kilometer voor het plaatsje Summerland.
Woensdag 26 juni
De dag begint stralend. Het is de warmste ochtend die we tot nu toe in Canada mee mochten maken. Onze eerste halte is het Vaseux lake park. Een meer, een vlonderpad en een schuilhut waarvandaan je naar alle dieren die hier horen te wonen kunt kijken. Terwijl het op de parkeerplaats nog erg warm is waaien we eenmaal aan de oever van het meer bijna weg. De schuilhut die aan alle kanten open is bied ook geen bescherming tegen de harde wind en op enkele vlinders na en heel veel muggen is er aan dierenleven niet veel te zien. Ik houd het bij het fotograferen van wat omgeving en in mijn ogen bijzondere plantengroei alvorens wij doorrijden naar het Osoyoos eco reserve.
We zitten nu en in het droogste en warmste deel van Britisch Columbia en in de regen. Het loopt tegen de middag en we benutten de bui om te lunchen. Even later klaart het op en kunnen we beginnen aan de wandeling in het Reserve. Op het oog zijn wij de enige levende wezens in de omgeving en maken ons daarmee mateloos populair bij de duizenden muggen die al lang tevergeefs zaten te wachten op een paar druppels bloed. Nog voordat de kleine muggenpootjes grip op mijn huid hebben zit de spitse snuit al in mijn huid en begint het transport van mijn bloed naar het tengere muggenlijfje. Niet wetend wat het lijfje ooit geraakt heeft dwarrelen de restanten even later ter aarde. Wij proberen ons een voorstelling te maken van hoe dit gebied er uit hoort te zien onder een strak blauwe lucht en bij 35 tot 40 graden. Een dorre woestenij die ik niet had verwacht in Canada aan te treffen. Het klimaat is hier zelfs geschikt voor in het wild groeiende cactussen. Het is dus even oppassen als ik plat op de grond wil liggen om een foto te maken.
Het heeft al een tijdje niet meer geregend als we aankomen in Hedley. Hier zijn nog wat restanten van een oude goudmijn. Hoewel volgens onze informatie de mijn nog tot 1996 in bedrijf is geweest zien de restanten er uit alsof het 100 jaar geleden is dat hier iets is gebeurd. Dat wordt thuis nog speuren op internet om de waarheid te achterhalen.
Er is geen echt pad om bij de oude mijngebouwen te komen. Tegen de steile berghelling zoeken we ons eigen pad. Om de gebouwen staan hekken, maar de poorten zijn gewoon open. Verschillende keren loop ik om het hoogste gebouw heen om te zoeken naar de beste plaatjes. Ik kijk wel uit om de gebouwen te betreden. Het hele gebouw hangt uit het lood en heeft volgens mij niet veel aanmoediging meer nodig om 200 meter in de diepte te storten. De bewoners van het huis onder deze berg moeten wel beschikken over stalen zenuwen
Nog even kijken we rond in het plaatsje Hedley. Onze aandacht wordt getrokken door een te koop staande winkel met als opschrift ‘unusual gifts for unusual people’. Schilderingen die ooit met liefde op de gevel zijn aangebracht, flets geworden en gescheurd door de zon zijn de stille getuigen van het enthousiasme en de passie waarmee de vorige eigenaar ooit het winkeltje moet zijn begonnen. Aan de voordeur hangt een bord met daarop de veelzeggende woorden ‘for Sale’.
We rijden Hedley weer uit en rijden naar Camping Mule Dear, nog ongeveer 250 kilometer voor Vancouver.
Donderdag 27 juni,
Vandaag de een na laatste etappe naar Vancouver. Deze laatste hele vakantiedag gaan we nog zo goed mogelijk vullen met wat we tegenkomen. De aangewezen plaats voor informatie is het bezoekerscentrum, maar een bordje met de veel belovende naam Beaver Creek laat ons wat eerder afslaan.
Van bevers vinden we helaas geen spoor en de wandeling neemt hooguit 10 minuten in beslag. Terug bij de parkeerplaats is inmiddels een ranger gearriveerd die een kleine expo tafel heeft ingericht voor bezoekers van de beaver creek. Ze verteld honderd uit over dingen die we vandaag nog kunnen doen en straalt een ongelooflijke dosis enthousiasme uit.
Na haar verhaal te hebben aangehoord weten we dat we het bezoekerscentrum kunnen overslaan en meteen naar het lightning lake kunnen rijden. Een negen kilometer wandeling zonder noemenswaardige stijgingen en / of dalingen lijkt ons een mooie afsluiter voor onze vakantie. Hoewel ons redelijk wat wildlife was toegezegd moeten we het doen met een aantal eenden, maar dan wel met een heel nest jonge.
We genieten van de omgeving, die ons zo afleid dat we ergens een verkeerd paadje nemen. We wandelen dan weliswaar direct langs het water, maar het pad lijkt meer op een hindernis parcours. De ene keer moeten we over omgevallen bomen heen klimmen om even later onder een paar stammen door te moeten kruipen. Als we uiteindelijk voor een muur van omgevallen bomen komen staan beseffen we dat het tijd wordt om het hoger gelegen pad te gaan zoeken.
Door de sompige begroeiing zoeken we een weg naar boven welke een stuk dichterbij blijkt te zijn dan we hadden verwacht. Even later lopen we heel wat makkelijker en gaat het tempo een heel stuk omhoog.
Na negen kilometer in ons tempo is de dag alweer bijna voorbij als we terug bij de camper zijn. We stoppen nog op een paar plekken om te genieten van het uitzicht, te kijken naar uitgebloeide rododendrons of gewoon voor het drinken van een kopje koffie.
Vroeg in de avond komen we aan bij de camping Rolley lake. Na twee rondjes te hebben gereden vinden we nog een vrij plekje op deze camping. De eerste camping tijdens onze reis waar het echt druk is. De uitleg is het aanstaande lange weekend waardoor half Vancouver er op uit getrokken is om te genieten van de natuur. Dat deze camping populair is kan ik me goed voorstellen. Het ligt in een prachtig bos met veel door mos overwoekerde bomen en kleine poeltjes water.
Echt genieten kunnen we niet, ons rest de taak onze koffers te pakken en de zaken te organiseren voor de terugreis.
Vanavond nog wat Canadese boslucht opsnuiven, en morgen het verkeersgeweld van Vancouver trotseren en de camper afleveren.