Menu Sluiten

Naar Zweden

We zijn nog niet lang aan het rijden als de regen met bakken uit de hemel komt. De ruitenwissers doen hun best, maar krijgen de klus niet geklaard. Het tempo van al het verkeer past zich aan ons vakantietempo aan: rustig. 

Halverwege de Øresundbrug ruilen we Denemarken in voor Zweden. Een geplande stop bij de Øresundbrug laten we voor wat het is. De weersomstandigheden zijn niet fantastisch, en ik heb al vaker met “niet fantastisch” weer de Øresundbrug gefotografeerd. Wie weet op de terugweg.

We overnachten bij een klein meer, waar bootjes, helemaal volgeregend, verveeld op het droge liggen. Het is al snel donker, en mensen van onze leeftijd vinden het ook niet zo erg om vroeg onder de wol, in dit geval een dekbed, te gaan. Autorijden eist zijn tol, en al snel vallen de ogen dicht.

Båstnäs

Een paar jaar geleden ontdekten we het autokerkhof van Båstnäs. Ondanks de goede ideeën van twee broers die hier het autokerkhof begonnen, bleek het idee beter dan de uitvoering. Het ijverige bos overwoekerde de auto’s, en het vochtige klimaat was ook niet ideaal voor de sloopauto’s. Het autokerkhof volgde het voorbeeld van zijn gasten en raakte snel in verval. De locatie raakte in onbruik, en de natuur begon aan zijn opruimwerkzaamheden. De lak verweerde door de zon, de vrijgekomen stukken metaal werden langzaam afgebroken door het natte klimaat, de bekleding van de auto’s begon te rotten, en bomen groeiden dwars door de auto’s heen. Omvallende bomen verbrijzelden ramen en sloegen diepe deuken in de daken. De rottende bekleding was een goede voedingsbodem voor mossen en andere zaden die door de wind in de auto’s werden geblazen. Emblemen en leuke elementen die de auto’s nog enigszins sierden, werden geroofd door souvenirjagers. Een troosteloze verzameling van roest en vergane glorie, lelijk in de natuur, maar een parel voor de fotograaf.

Noorwegen

Een paar kilometer verderop steken we de grens met Noorwegen over. Geen kantoor, geen douanebeambte, maar slechts een boom met twee witte bordjes en zwarte tekst: “Norge” en “Sverige,” met een pijl om de juiste richting aan te geven. We rijden door naar een plekje voor de nacht, niet ver van Strømsfoss.

De eerste wandeling

Ver weg van iedereen en alle geluiden die daarbij horen, hebben we een uitzonderlijk stille nacht gehad. Als we de gordijnen openen, ontvouwt zich een landschap dat feilloos bij deze stilte hoort. Een grijze mistdeken hangt over en in het bos. Het beperkte zicht geeft ons het gevoel in een bubbel te verblijven.
Terwijl we ontbijten, stijgt de zon langzaam over een heuveltop en schijnt zijn gouden stralen door de mist. Van grijs naar goud in slechts een paar seconden. Gewapend met mijn camera stap ik uit de camper en ervaar de frisheid van het landschap, niet alleen in kleuren, maar ook in geuren. De gouden mist is meestal een verschijnsel dat slechts enkele minuten aanhoudt. Die minuten breng ik dan ook buiten door.

Niet veel later doorbreken we zelf de serene stilte door het starten van onze camper. Ook de lucht en de bijbehorende frisheid zullen even plaatsmaken voor de uitlaatgassen van ons huis op wielen. Je zou je bijna bezwaard voelen.

Gamledammen

Na een korte rit bevinden we ons in Gamledammen, een klein maar redelijk bedrijvig dorp. Zo te zien wordt er hard gewerkt om alles in orde te krijgen voor het begin van het skiseizoen. We beginnen aan onze eerste wandeling in Noorwegen: zes kilometer met een hoogteverschil van 360 meter. Ik moet eerlijk zeggen dat ik, gezien mijn conditie, er een hard hoofd in heb.

Al snel zitten we op het snel stijgende pad. Ik probeer zoveel mogelijk te genieten van de omgeving en het riviertje dat het hoogteverschil van 360 meter moet overbruggen, via talloze kleine en wat grotere watervallen. Natuurlijk gaat het water bergafwaarts, maar wij zullen eerst naar boven moeten. Mijn benen voelen al snel als pap, en ik gebruik de vele uitzichtpunten om zowel te genieten van het zicht in de tientallen meters diepe kloof als om mijn benen even rust te gunnen.

De waterval die ons het meest aansprak, kunnen we slechts van afstand bewonderen. Er staat te veel water, en het lijkt erop dat je hier alleen kunt komen door onderdoor de kloof te wandelen, iets wat ons vanaf boven vrijwel onmogelijk lijkt.

Bij een klein stuwmeer steken we over naar de andere kant van de kloof en beginnen aan de weg naar beneden. Hele stukken gaan over een mountainbike downhillparcours, en we vragen ons af of het mogelijk is dit parcours te overleven. Het is in ieder geval erg technisch, stijl en zeer ongelijk.

Ik ben opgelucht als we weer terug zijn aan het begin van deze wandeling. Het heeft me veel energie gekost, maar ik heb het gehaald, en dat is al meer dan ik had durven dromen.