Menu Sluiten

Herenigd met Ans

Het water van de zee beukt nog steeds tegen de rotsen. In de verte reist Eldey nog steeds uit de oceaan. Ik begin deze ochtend met een korte wandeling naar de klif Valahnúkur. Onderweg kom ik langs de vier muren wat ooit een stal of schuur moet zijn geweest. Ik zou zweren dat er vorig jaar nog een dak op lag, maar zal dat moeten nakijken als ik weer thuis ben. Wat ik mis op mijn wandeling naar boven is het geschreeuw van de stormvogels die hier normaal gesproken in grote getale aanwezig zijn. Het enige geschreeuw dat ik nu hoor is het harde ruisen van de wind of beter gezegd, storm die mijn oren teistert.

Ik breng een kort bezoekje aan Gunnuhver. Een hete bron in een mooi geothermisch gebied vlak bij Reykjanesta. De bron is vernoemd naar de heks Guðrun Önundardottir. Toen zij een keer de huur niet kon betalen nam de huurbaas haar enige bezit, een kookpot in beslag. Guðrun werd hierop gek van woede. Ze weigerde wijwater te drinken en viel dood neer. Tijdens haar begrafenis werd de kist plots merkbaar lichter. Mensen hoorde haar stem die zei “Geen noodzaak diep te graven, Ik heb geen plannen hier lang te liggen.” De volgende dag werd de huurbaas gevonden. Hij was helemaal blauw en zijn botten waren gebroken. Kort daarop stierf ook zijn vrouw. De hulp werd ingeroepen van een magiër. De magiër gaf een bol van wol en zei dat als Guðrun de draad van de bol zou oppakken zij deze niet meer kon loslaten. De bal zou dan rollen naar een plaats waar Guðrun geen kwaad meer kon doen. Het laatste dat mensen van haar zagen was dat ze verdween in de kokende bron die sinds toen haar naam draagt. Gunnuhver.

Een mysterieus verhaal dat goed past bij deze mysterieuze omgeving. Als ik dicht in de buurt van de bron kom haalt Gunuhver geholpen door de wind flink naar mij uit. De lucht van zwavel is overal, het zicht nergens en binnen de kortste keren zijn mijn kleren, met mij er nog in, gediepstoomt. Toch kan ik niet zeggen dat ik me nu schoner voel. De koude wind zorgt er dan wel weer voor dat ik me een stuk frisser voel.

Enkele kilometers verder stop ik bij een brug over een kloof. Het is niet zomaar een brug. De brug verbind de twee continentale platen van Amerika en Eurazië letterlijk met elkaar. Was het figuurlijk bouwen van bruggen ook maar zo makkelijk. En terwijl ik op de brug halverwege de twee continenten sta en me afvraag of ik mijn paspoort wel bij me heb, hangt Ans op ongeveer 10 kilometer hoogte in de lucht onderweg naar Keflavík. Vanaf vandaag hebben we samen vakantie. Hoewel ik me over het algemeen prima vermaakt heb in mijn eentje ben ik erg blij dat Ans vanaf vandaag weer bij me is.

Om iets na half vier kan ik Ans in mijn armen sluiten. Na ruim twee weken enkel contact via SMS, telefoon en E-mail is het fijn elkaar weer vast te kunnen houden en in de ogen te kunnen kijken.

Een paar boodschappen later zijn we onderweg naar de Krýsuvíkurbjarg. De weg waar ik mijn eerste 4×4 avontuur beleefde, wat ik toen erg spannend vond. Via Grindavík gaat de route langs de zuidkust waar de laagstaande zon de Atlantische Oceaan diep blauw kleurt. De witte schuimkoppen op het water verraden dat de wind flink te keer gaat. Er wordt flink aan de weg gewerkt met als resultaat al weer een stuk meer asfalt. Flinke tegemoetkomende stofwolken verraden de komst van het einde van de harde weg en een tegenligger. We hebben al een tijdje zicht op Seltún een hete bronnen gebied en dat wil zeggen dat ik moet opletten waar de afslag naar de Krýsuvíkurbjarg is. De weg er naar toe is in een slechtere conditie dan ik ooit heb gezien. Diepe geulen, moddersporen en diepe kuilen maken dat mijn opperste concentratie is vereist om het juiste spoor te nemen. Even wordt het pad onderbroken door een splinternieuwe brede weg in aanbouw naar een voor mij onbegrijpelijke en onduidelijke bestemming. Slechts honderd meter duurt voor mij de lol, en dan moet ik weer terug naar het oude pad met de geulen, de kuilen en de moddersporen. Bij aankomst op de bestemming wordt even de windrichting bepaald waarna ik de camper met de neus in de wind parkeer. Dat scheelt enorm met het schudden door de wind en de daarmee samenhangende onrustige nacht.

Na het eten, – Ans heeft gekookt, en dat is meteen een stuk smakelijker dan het eten wat ik me de afgelopen 14 dagen heb voorgeschoteld – maken we nog een avondwandeling langs de rood zwart gestreepte kust, ondertussen genietend van het lijn en lichtspel van de ondergaande zon.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *