Mutsen, handschoenen en een das
Geen van de prachtige gekleurde rhyoliet bergen laat zich zien als wij de ogen openen. In het beekje waaraan onze camper staat geparkeerd verraden kringetjes in het water het vallen van de regen. Vol goede moed besluiten wij de bui uit te zitten en te blijven waar we zijn, hopend op mooier of in ieder geval interessanter weer.
Ans begint de ochtend met een stukje hardlopen, terwijl ik me achter mijn laptop nestel om wat foto’s door te nemen en alvast te wissen wat niet aan mijn kwaliteitsnorm voldoet en ook niet in het belang is van het bewaren van herinneringen aan deze reis.
Als Ans weer terug is lopen we naar het warme water van de camping op Landmannalaugar. De wandeltocht hierheen duurt hooguit vijf minuten. In die vijf minuten ondergaan onze lichamen enorme veranderingen die we kort kunnen omschrijven als “koud krijgen”. Omkleden moet in weer en wind, onze lichamen proberen nog wat goed te maken door het creëren van kippenvel, wat natuurlijk niet helpt en met onze geëvolueerde lichamen slechts duidelijk maakt aan de mensen die hier met dikke jassen, mutsen en camera’s het tafereel staan te bekijken dat we het echt koud hebben. Het “aaaah” gevoel komt dan op het moment dat de voeten onder water verdwijnen en snel wordt gevolgd door een “o jaa” zodra we tot onze nek in het minimaal 30 graden warme water zijn ondergedompeld.
Ook in zo’n bad zie je snel dat taal verbroederd. De Duitsers zitten bij elkaar in de ene hoek, de Italianen of in ieder geval zuid Europeanen in een andere hoek, en wij voegen ons bij enkele Nederlanders die ook de warmte van deze bron hebben verkozen boven de kilte van camper of tent.
Het is leuk om vanaf het waterniveau te zien hoe grote druppels regen in het water kletteren, terug omhoog kaatsen en vervolgens enkele seconden als luchtbelletje wegdrijven waarna ze uit elkaar klappen en één worden met het warme water waarin wij verblijven.
Verschrompeld van het te lange verblijf in het te warme water gloeien we terug richting onze camper waar we de middag gebruiken om te relaxen en af en toe naar buiten te kijken om te constateren dat het nog steeds regent.
Als het vroeg in de avond enigszins opklaart en we het zitten in de camper beu zijn gaan we een stukje wandelen. Al sinds de eerste keer dat ik hier kwam was ik nieuwsgierig naar de Jókulgil. Het kwam er nooit van deze te betreden, dus nu neem ik de kans waar deze mooi gekleurde vallei te verkennen. De ijzige wind maakt de wandeling vooral in het begin zwaar. Thermisch ondergoed, een fleece trui, een dun jack, een windstopper en daaroverheen een jas gevolgd door das, muts en trui zorgen voor de nodige warmte. De das heb ik trouwens regelmatig vervloekt. Volgens mij heeft een das namelijk een geheel eigen mening die niet de mijne is waardoor deze steeds of te los gaat zitten, of gewoon zover naar boven kruipt dat het uiteinde van de das vrolijk in de wind mee gaat staan wapperen, en daardoor niet doet waarvoor hij is bedacht, namelijk het afdichten van de bovenzijde van mijn jas en het daarmee warm houden van mijn nek.
Desondanks is de wandeling een verademing ten opzichte van het verblijf in de camper. Een bijna niet beschrijfbare kleur groen siert de helling aan de rechterzijde van ons, terwijl links van ons een goudgele berg de hoogte in schiet. Soms kruist een smal beekje ons pad waar we springend van steen naar steen naar de overkant komen. Als ik in het water witte afzetting op stenen ontdek, gevolgd door oranje afzetting in combinatie met een sterke zwavellucht weten we dat ook een warme bron niet ver meer verwijderd kan zijn. Deze warme bron gebruiken we tevens als keerpunt van onze wandeling. In de verte zien we letterlijk de bui al hangen. Donkere wolken krullen naar beneden over de bergtoppen en komen langzaam in onze richting.
Met het vallen van de avond valt ook de wind gedeeltelijk stil zodat het afpellen weer kan beginnen. Muts, handschoenen en das, vooral die das verdwijnen in de rugzak. Terugspringend over de keien in de beekjes bereiken we al redelijk snel weer de camper, en met het dichttrekken van de deur vallen de eerste druppels al weer uit de lucht.