Menu Sluiten

Vrijdag 18 augustus 2006, Sellfoss

Het eerste waar ik ’s-Ochtens aan denk is, O ja het Noorderlicht. Hoe kan ik hier in IJsland nog ooit gaan slapen. Ik zal waarschijnlijk te bang zijn het noorderlicht te missen. Slechts 1 keer eerder zag ik het noorderlicht. Dat was in februari van dit jaar in Finland. Toen was het slechts een wazige streep wit/groen licht dat met het oog nauwelijks waarneembaar was. Nu was het licht zo helder, en mooi dat ik het nooit meer wil vergeten.
We wandelen naar de Sellfoss. Een waterval even boven de Dettifoss. Slechts een half uurtje lopen, en we hebben een prachtig zicht op deze waterval. Aan de zijde van de waterval drijven in kleine stroompjes tussen het pekzwarte zand kleine stukjes puimsteen. Het zwarte zand wordt regelmatig overspoeld door het bruin witte troebele water van de rivier. Het zwarte “strand” wordt hierdoor tot prachtige vormen geboetseerd. Gewapend met mijn camera houd ik het hier dus wel een tijdje vol. We wandelen weer terug naar de camper, en lopen ditmaal de andere kant in naar de Hafragilsfoss. Een wandeling van bijna drie kilometer langs de kloof van de ………. Een eenvoudige wandeling, soms over rotsen maar meestal over een smal zandpad. De waterval lijkt een beetje het kleine broertje van de Dettifoss. Het bruine troebele water, de opspattende nevel, en het geweld waarmee het water naar beneden stort. De blauwe lucht wordt vandaag geflankeerd door liefelijke witte wolkjes. Een heel mooi gezicht, alleen hopen we dat het bij die kleine liefelijke wolkjes blijft. In de avond zien we een prachtige zonsondergang. De witte wolken aan de hemel kleuren langzaam naar oranje en vervolgens naar diep rood. De parkeerplaats licht er in verhouding met gisteren verlaten bij. Slechts 3 campers waaronder die van ons zullen hier deze nacht blijven staan.

Zaterdag 19 augustus 2006,

Het wordt misschien een beetje vervelend, maar vanmorgen hadden we weer een prachtige blauwe lucht. Vannacht ben ik een paar keer mijn bed uitgekomen om te kijken of er misschien weer noorderlicht was. Ik had al mijn fotospullen al klaar staan, maar ze bleven liggen waar ze lagen. Geen noorderlicht, slechts een heldere nacht met veel sterren aan de hemel. (Alsof dat niet mooi is)!
We rijden op tijd aan en vervolgen de weg naar het noorden, de 864 verder. Bij Ásbyrgi houden we halt om te tanken, en vers brood in te kopen. Dan rijden we verder, en slaan wegnummer …. In. De Dettifoss moet er vanaf die zijde mooier en spectaculairder uitzien dan vanaf deze zijde. Hljodaklettur, en Raudahollar rijden we voorbij. Hier zijn we in 1999 al geweest, en het was wel mooi, maar 1 keer was voor ons wel genoeg. Bij een splitsing slaan we eerst af naar een kilometer verderop gelegen parkeerterrein vanaf waar we kunnen wandelen naar Katlar. Wat Katlar precies is weten we niet, maar het staat op iedere kaart aangegeven, en hier staan zelfs bordjes die er heen verwijzen. Bovendien rijden we dan naar een natuurgebied met veel mooie stroompjes, watervallen en begroeiing. De eerste wandeling gaat naar een bergtopje vanwaar we een mooi uitzicht hebben over de Jökulsá á fjöllum. Ver onder ons ligt een mooie waterval waar net als bij Dettifoss het troebele water met geweld naar beneden stort. Vanaf hier kun je ook wandelen naar Dettifoss, maar we hebben geen van beide zin in een wandeling van 20 kilometer , dus lopen we weer terug naar beneden om onze weg te vervolgen naar Katlar. De basaltrots ziet er mooi uit, maar mooier is de omgeving waarin hij ligt. Prachtige heldere snelstromende riviertjes, lage berkenboompjes, heide en vele bloemetjes zover het oog reikt. Onder in de valei stroomt nog steeds de Jökulsá á Fjöllum deze gaat hier door een nog smallere kloof, zodat het water er met nog meer geweld doorheen wordt geperst. Met donderend geraas schiet het water door de kloof heen. Bordjes waarschuwen niet te dicht bij de kant te komen. Je kunt ook wel zien waarom. Onderin de kloof waar de rivier stroomt zijn hele stukken van de kant weggeslagen. Als je bovenop staat zie je dat niet, maar je kunt gemakkelijk slechts op een klein stukje zand staan, en daaronder helemaal niets dan het snelstromende water van de Jökulsá á Fjöllum En daar wil je niet in terecht komen. We aanschouwen een tijdje het prachtige natuurgeweld, en wandelen verder langs de route en zo dwars door de “bloemen valei”
De volgende stop wordt dan toch de Dettifoss. Persoonlijk vind ik de oost zijde mooier dan deze. Je ziet minder van de waterval, en een regenpak is verplicht, ten minste als je niet tot het bot nat wilt worden van de opspattende nevel van Dettifoss. Het is best aangenaam om met de huidige temperatuur even wat verkoeling te krijgen, maar aan deze zijde krijg je al snel teveel van het goede. Door het vele water ziet deze kant er wel enorm mals groen uit. De hele grond is bedekt met een dun laagje water waarin de kleine plantjes welig tieren. Ook vanaf deze kant is het mooi dat in de nevel een regenboog zichtbaar is die met een boog van 180 graden over de Dettifoss hangt. Ondanks dat we niet veel verwachten van het uitzicht op de Selfoss vanaf deze zijde lopen we er toch even heen. Deze waterval is echter wel veel mooier vanaf hier. We hebben een mooi zicht op de vele afzonderlijke watervallen die deze waterval rijk is. Ik maak een paar opnamen, maar dan moeten we echt terug naar de camper. Ondanks de strakblauwe lucht die we de hele dag gehad hebben begint het nu aardig af te koelen. Omdat we slechts een kleine wandeling gepland hadden, hebben we geen echte warme kleding bij. Rond 20:00 uur is de parkeerplaats verlaten. Slechts 1 camper blijft achter.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *