Menu Sluiten

Dinsdag 29 augustus 2006,

1 Graad en bewolkt. Vannacht heeft het ongetwijfeld gevroren. Na een ontbijt rijden we verder naar het noorden over de kjolur route. Kerlingarfjoll kunnen we in ieder geval vandaag ook weer vergeten. De bewolking hangt laag, dus de kans op mist bij Kerlingaffjoll is te groot. Weer een dag met slecht weer is niet goed voor het humeur. Het ergste is dat we nu we enkel de auto hebben, en zonder camper verder moeten, we ook maar gaan rijden terwijl we anders een dag in de camper zouden zijn gebleven, en die door hadden gebracht met lezen of een spelletje. Nu rijden we over een kleurloze Kjolur en weten we eigenlijk niet goed waarheen we daarna zullen gaan. We besluiten nog maar een bezoekje te brengen aan Hvitsverker, de dinosaurus aan een van de schiereilanden die het noorden van Ijsland rijk is. Als we aankomen is de bewolking wat dunner, maar de regen blijft bij keren vallen. We hebben door de kou wel wat moeite om uit de auto te komen, en blijven eerst maar even zitten om een boterhammetje te eten. Dan gaan de warme kleren weer aan, en beginnen we aan het pad naar deHvitsverker. Hier had ik eigenlijk een trap naar beneden verwacht, maar die is verdwenen. Er is nu enkel nog een platform waarvanaf je een uitzicht hebt op het stenen beeld. Later zullen we horen dat de eigenaar van het land geen geld kreeg van de regering om de trap te onderhouden, maar wel verantwoordelijk zou zijn als iemand een ongeluk zou krijgen op zijn trap. Hij heeft hem dus maar afgebroken. Wij volgen het slechte pad naar beneden om toch een mooi zicht te hebben op de appart gevormde rots. De rots zelf is wel gerestaureerd. Hij dreigde in te storten, maar stukken beton moet de stenen nu op zijn plek zien te houden. Aan de overkant van het water ligt een mooi zwart strand waarop enkele zeehonden liggen te rusten. We lopen een stukje in de richting van het strand, en enkele zeehonden komen ons vast een stukje tegemoet. Nieuwsgierig als ze zijn komen ze steeds dichterbij. Als ze in de gaten hebben dat we ze in het oog hebben duiken ze snel onderwater. Af en toe springt er een boven het water uit, om met een geweldige plons weer terug te vallen. Een leuk gezicht, en ondanks de koude blijk ik een behoorlijke tijd kijken naar deze grappige dieren.
Nadat we terug naar de auto zijn gewandeld, maken we de rest van de weg om het schiereiland heen af. Een mooie rotskust, met hier en daar nog meer zeehonden zijn deel van ons uitzicht. Op enkele niet al te hoge bergtoppen zien we pasgevallen sneeuw liggen. Die moet bijna van vannacht zijn. Op het eind van de route rijden we door een grote kudde paarden heen die rustig op en langs de weg staan te grazen. Daarna zoeken we een guesthouse op een stukje terug richting Akurery. De keuze valt op Gauksmyri. Een erg luxe guesthouse, met mooie kamers, een mooie zitkamer, en een luxe diner ruimte. Er wordt ons een geweldig lekkere maaltijd voorgeschoteld, en als toetje rabarbercake met slagroom.

Woensdag 30 augustus 2006,

In de ochtend staat ons ontbijt al klaar. Verschillende soorten muesli, watermeloen en andere fruitsoorten, verschillende soorten brood, en nog meer lekkers waarmee we de dag goed kunnen beginnen. Vannacht heeft het verschillende keren geregend, en we verwachten dan ook niet veel van de nieuwe dag die zojuist is aangebroken. In de verte in de bergen zien we de eerste sneeuw van het jaar liggen. De bergen zijn nauwelijks zichtbaar tegen de wit grijs bewolkte achtergrond. We rijden richting Laugarbakki om te tanken, en rijden dan naar de F578. Volgens onze kaart gaat deze route uiteindelijk over in de Kaldidalur, de route die we vandaag willen rijden. Op plaatsen is de weg echt slecht, zodat ik met twee handen aan het stuur, een voet boven de rem, en in de eerste versnelling over de stenen stuiter. Midden op een bruggetje dat we willen oversteken, staat een visser die wordt geflankeerd door zijn vrouw. Aan het einde van de brug, midden op de weg staat hun enorme jeep. We kunnen er dus niet door. De vrouw stapt in de jeep, en rijd voorzichtig de auto aan de kant zodat we er net doorheen kunnen. Wij rijden verder, en houden ongeveer 500 meter verder halt bij de restanten van wat ooit een schapenkooi moet zijn geweest. De betonnen muren zijn ingestort, en het hout van de afrastering is volgens mij nog gekapt door de stichters van Ijsland in het jaar 930. Zoiets nodigd uit om te fotograferen, en dat doe ik dan ook. Als ik een kwartiertje later klaar ben met fotograferen zie ik in de verte de visser in zijn jeep stappen en verder rijden. Hij zal zijn portie vis voor vandaag wel weer binnen hebben. Wij rijden verder over de weg, die nu wel erg slecht wordt. Maar dapper houden wij stand. We hebben prachtige uitzichten op de Langjokull en de vele kleine meertjes die hier liggen. Na ongeveer 50 kilometer komen we aan bij een aantal hutten, maar er is niemand aanwezig. Als we rechtdoor rijden, eindigen we bij een meer waarin een rubberboot aan een paal ligt vastgeknoopt. We moeten dus een stukje terugrijden, en die afslag naar rechts, de enige afslag die deze weg rijk is, toch gaan volgen. Als ik zeg dat de weg hier erg slecht is, druk ik mij nog erg zacht uit. De weg bestaat voornamelijk uit rots, modder, diepe geulen en vaak alle drie tegelijkertijd. Moeizaam hobbel ik met onze grand Vitara over dit slap excuus voor een weg heen. Iedere keer als we denken dat we het ergste hebben gehad, wordt het nog een stukje erger. Af en toe moet Ans zelfs uitstappen om mij aanwijzingen te geven waar ik heen rijden moet. De geulen worden dieper, en de rotsen liggen hier veel dichter langs de weg, en ik heb weinig zin om de huurauto te beschadigen. De weg draait trouwens ook een hele andere richting in dan de kaart ons probeert wijs te maken. Ik heb al een tijdje het idee dat we nogal erg verkeerd zitten. Ik sluit onze GPS aan op de laptop, en controleer onze positie. Als ik met de muis over het lijntje ga wat de weg op onze huidige positie moet voorstellen zie ik enkel de melding staan “unpaved road” Ik zoek de F578, en zie op deze kaart dat die zomaar in het niets eindigd, en kilometers verderop weer tevoorschijn komt. We besluiten de auto te draaien, en rijden terug naar de plaats waar dit jeepspoor begon, bij de hutten en het meer met de rubberboot. Als we terugkomen bij de hutten, ziet het er nog steeds erg verlaten uit. De deuren staan open, maar op de vele muggen na is er niemand te bekennen. We rijden wat rond, maar vinden geen andere weg dan het slechte jeepspoor dat we zojuist al volgde. We beginnen terug te rijden over de F578, maar vinden geen enkele afslag die ons weer op het juiste spoor brengen kan. Nadat we weer een 50 kilometer hebben gereden zijn we weer terug op wegnummer 1, en rijden we over deze weg tot ongeveer 20 kilometer voor Borgarnes waar we weg nummer 50 inslaan richting Hraun en Barna fossar.
Mijn telefoon rinkelt…………. Mitsubishi services heeft nog enkele vragen. Ze willen de auto toch op 5 september terug verschepen naar Nederland, of hij gemaakt is of niet. Het is voor hun natuurlijk prettig dat op die dag de boot al betaald is. Ik zeg dat dat toch wel een probleem is, omdat vanwege de reparatie de motor uit de auto is verwijderd, en ze nu moeten wachten op de juiste onderdelen, die uit Nederland naar Ijsland verstuurd moeten gaan worden. Dat maakt Mitsubishi services niks uit, als de auto maar rolbaar is, willen ze het geheel verslepen naar Reykjavik. Ik vertel dat dat wel een probleem is, want dan moet de motor toch weer gedeeltelijk worden ingebouwd, en dan is er dus al ruim twee dagen aan de auto gewerkt zonder dat er eigenlijk iets gebeurt is. En wie gaat dat betalen? Juist ja, die uren mag ik dan betalen. Ik protesteer hevig. Mitsubishi Service wil dus repatrieringskosten besparen, maar gaat er wel geheel aan voorbij dat ik dan twee hele dagen monteurskosten moet gaan betalen, die ik dan in Nederland nog een keer mag betalen. De dame aan de andere kant van de lijn wordt nu een beetje boos. “Maar u wilt toch ook dat die auto naar Nederland terugkomt” “Ja natuurlijk” zeg ik. “maar niet op deze manier. Het is wel erg comfortabel voor jullie dat het transport naar Nederland dan al betaald is, maar dat kost mij dan wel een paar honderd euro, en misschien nog wel meer, omdat jullie willen repatrieren op mijn kosten. Bovendien heb ik de terugreis met Eimskip al geannuleerd toen ik gisteren hoorde dat het nog minstens 14 dagen gaat duren voordat de auto klaar is. De dame aan de andere kant protesteert nog wat, maar kan mij geen bevredigend antwoord geven. Ze zal het voorleggen aan haar superieuren. Ik vertel ze dat als ze de kosten voor reparatie die tot nu toe zijn gemaakt vergoeden, ze zelf moeten weten hoe en wanneer ze de auto naar Nederland halen. Ik had meer verwacht van een organisatie als Mitsubishi dan dit geneuzel. Bovendien zullen de kosten van het verslepen van een niet rijdende auto van Reykjahlid naar Reykjavik ook niet erg goedkoop zijn. Ze hebben in ieder geval mijn dag weer aardig verpest.
We eten even wat, en rijden door naar de Hraunfossar, waar ik mezelf even lekker fotografisch uitleef op de waterval. Vanaf de Hraunfossar is een wandeling naar de Barnafossar. Volgens onze gids, een wandeling van een half uur. We nemen wel wat extra’s mee voor onderweg, en bereiden ons toch wel voor op een half uur heen, een half uur daar, en een half uur terug. We beginnen aan het pad, en nog voordat we tien stappen hebben gezet staan we zowat midden in de Barnarfoss. Het half uur heeft ongeveer een halve minuut geduurd. We genieten in ieder geval van de mooie waterval, en pas als de zon is verdwenen achter de bergen gaan we op zoek naar een slaapplaats die we vinden vlak bij de Kaldidalur route in de Fljótstunga. Als het donker is neemt de bewolking weer de macht over de hemel. Het noorderlicht zal er vannacht ook weer niet zichtbaar zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *