Menu Sluiten

Zaterdag 5 augustus 2006, Groenland, here we come!

2 Uur tijdsverschil. Te weinig voor een Jetlag, maar voldoende om erg vroeg wakker te worden. Onrustig slapen we verder, draaien ons nog een keer om, en zien de klok langzaam verder lopen. Na een goed verzorgt ontbijt nemen we de taxi naar Reykjavik Airport. We komen aan bij een vliegveld wat op zijn zachts gezegd wel een likje verf zou kunnen gebruiken. Het inchecken verloopt erg langzaam en redelijk chaotisch. Na een korte douane check mogen we doorlopen naar de Fokker 50 die ons vandaag naar Kulusuk op Groenland zal brengen. De vlucht verloopt prima, zei het dat we wat last hebben van turbulentie. Het uitzicht vanut het vliegtuig is gelijk aan dat van de vlucht van gisteren. Na dik anderhalf uur zet het vliegtuig de landing in.  Als we door het wolkendek zakken hebben we een mooi uitzicht op de oceaan die vol ligt met witte ijsbergen. Het landingsgestel klapt uit, en we zien al wat van het vaste land van Groenland. De piloot roept om dat we over enkele minuten zullen landen op het vliegveld van Kulusuk. We dalen, dalen en dalen……… en stijgen weer op. Het vliegtuig wint snel aan hoogte, en even later zitten we weer boven het wolkendek. Enige minuten zijn wij in onwetendheid over het waarom, maar dan krijgen we de mededeling dat door dikke mist een landing niet mogelijk was. We vliegen een extra rondje en proberen het nog een keer. Weer zakken we door de wolken, en weer hebben we een mooi uitzicht op de met ijsbergen gevulde oceaan onder ons. En weer stijgen we plotseling op. Het vliegveld is nog steeds niet zichtbaar vanuit de lucht. We maken weer een extra rondje van 10 minuten. Bij de derde poging wordt het vliegtuig uiteindelijk op de gravel baan van Kulusuk neergezet. Zonder dat ik mezelf een voorstelling heb gemaakt over hoe het vliegveld van Kulusuk er uit zal zien is het totaal anders dan ik me had voorgesteld. Zover de mist het toelaat kan ik wel zien dat het vliegveld omringt is door lage bergen. Het centrale gebouw waarin de vertrek en aankomsthal gevestigd zijn is opgetrokken uit grijs beton. Het grijze beton versterkt de sombere stemming die in het door mist omgeven vliegveld hangt. Een knalrood vliegtuig van Greenland Air contrastreerd dan ook enorm met zijn omgeving en zorgt hier voor de vrolijke noot.
Vanaf het vliegtuig is het slechts een paar stappen lopen naar de aankomsthal waar we al na een paar minuten met onze bagage herenigd worden. Een duitse medewerker van The Red House vangt op waar wij heen moeten en stelt ons voor aan onze gids die ons per boot naar het eiland Ammasalik zal brengen.
Het vervoer dat ons naar de anderhalve kilometer verderop gelegen haven moet brengen bestaat uit onze eigen benen. Nou is anderhalve kilometer niet echt veel, maar als je daarbij ook de 20 kilogram bagage in reistassen mee moet zeulen wordt het toch even afzien. Langzaam groeit bij ons het besef dat in Groenland de dingen net een beetje anders, zeg maar primitiever gaan als in ons eigen Nederland, en is dat dan niet een van de charmes van vakantie, dat alles anders gaat dan dat je gewend bent?
Drie frans sprekende belgen zijn ondertussen bij ons aangesloten. De ene zeult met een koffer die er wel erg zwaar uitziet, terwijl de andere een filmcamera van de nodige kilogrammen mee sleurt. De drie mannen werken bij de RTBF, de Frans/Belgische TV en zijn naar Groenland gekomen voor een reportage over het broeikas effect te schieten. Ze willen hiervoor de permafrost filmen. Hoewel ze in een ander hotel overnachten hebben ze  Robert Peroni, eigenaar van The Red House en tevens avonturier die al verschillende malen de Groenlandse ijskap overgestoken is bereid gevonden hen aan een gids en tips voor locaties te helpen. Twee weken geleden zat het hele team nog in Beirut om de oorlog tussen Israel en Libanon te verslaan.
Na een flinke wandeling komen we aan bij wat de haven heet te zijn van Kulusuk. Ik speur het water af naar een boot die ons naar Ammasalik brengen zal, maar ik zie slechts water. Weer moet ik mijn voorstelling van Groenland bijstellen. Terwijl ik een boot verwachten waar op zijn minst 50 mensen mee zouden kunnen ligt er ongeveer 3 meter onder ons een kleine boot voor maximaal 10 personen, waarvan de helft dan nog moet blijven staan. Ook een loopplank ontbreekt zodat we met onze bagage over de rotsen die aan de kust liggen naar de boot toe moeten klimmen. De boot ligt met de neus tegen de rotsen aan, terwijl het passagiersgedeelte aan de acherkant van de boot ligt. Over een 15 centimeter brede richel lopen we naar de achterkant van de boot waar we de ongeveer 1 vierkante meter ruimte delen met drie personen, een paar grote jerrycans brandstof en een gedeelte van de bagage. Twee andere kunnen bij de schipper in de kajuit staan. Het meer luxere gedeelte van het passagiersverblijf is al bezet door zowat de hele familie van de schipper. De kinderen hebben het druk met hun waarschijnlijk op het vliegveld aangeschafte snoeperijen en de van thuis meegebrachte spelcomputers.

De motor wordt gestart, en langzaam komt de boot op snelheid. We verlaten het fjord bij Kulusuk, en varen al snel door een met ijsbergen bezaaide Atlantische oceaan. De nevel is hardnekkig, en bij tijden valt er een beetje regen uit de lucht, maar de ijsformaties zijn zo mooi om te zien dat ik de regen er voor lief bij neem en buiten blijf staan. Ook de cameraman van de RTBF kan het niet laten om met zijn forse camera hier al te beginnen met filmen. Als ik mijn fors uitgevallen
Minolta Dynax 7D tevoorschijn haal om te fotograferen haalt de cameraman demonstratief grijnzend zijn digitale compact camera tevoorschijn om te laten zien dat er niet meer nodig is om te fotograferen. Hierop pak ik mijn Nokia 6230 GSM en laat hem zien dat je niet meer nodig hebt om te filmen.
Zo varen we anderhalf uur lang tussen de vele wit-blauwe kleine, grootte en erg grootte ijsbergen door. Geregeld wordt de mist zo dik dat we maar een paar meter zicht hebben. IJsbergen doemen uit de mist op. De mist versterkt het gevoel van een heerlijke eenzaamheid. Wij, de boot, het water en de ijsbergen. Verder niets.
Een schril contrast met de schoonheid van het water en het ijs is de eerste aanblik van Ammasalik als we het King Oscar fjord binnenvaren. De entree van het fjord is tevens de vuilnisbelt van Tasiilaq. Oude auto’s, machines, allerhande afval licht hier op een hoop, te wachten op verwerking. De overkant van het fjord ziet er ruig en ongerept uit. Als we de vuilnisbelt achter ons laten arriveren we in de haven van Tasiilaq. De haven heeft een zelfde opbouw als die bij Kulusuk. Over de rotsen klimmen we met onze bagage naar het begin van de zandweg. We zijn in Tasiilaq.
Terwijl we zoeken naar ons hotel, The Red House vaart de schipper achter ons al weer weg. Het was handig geweest als hij ons de weg gewezen had naar het hotel. Een van de mannen van de RTBF wijst ons het hotel aan. Het hotel ligt erg hoog, en de weg er naar toe bestaat uit een modderbaan. Het lijkt ons een goed plan om met het hotel te bellen, voor transport. Helaas laat mijn mobiele telefoon het hier afweten. Gelukkig hebben de mannen van de RTBF wel een 
werkend exemplaar. Ze bellen met The Red House en er wordt ons toegezegd dat binnen een paar minuten een busje ons op komt halen. Even later zien we een grijs busje over de modderweg naar beneden hobbellen. Robert Peroni, de eigenaar en initiatiefnemer van The Red House stelt zich aan ons voor. 
The Red House is meer dan enkel een hotel. Robert Peroni heeft het hotel opgestart met als doel de Inuit te leren toeristen niet enkel te zien als indringers, maar ook als een bron van inkomsten. In The Red House werken de Inuit in de keuken, in de bediening, en in het onderhoud van het hotel. Robert Peroni zoekt naar manieren om het leven van de Inuit te verbeteren, en de cultuur van de Inuit met die van de westerse wereld te verbinden.

Nadat we de mannen van de RTBF bij hun hotel hebben afgezet rijden we door naar ons The Red House. Robert Peroni geeft ons een rondleiding door zijn hotel. Alles ziet er goed verzorgt uit. Er is zelfs een klein keukentje waarin je eventueel zelf wat kunt koken, een heuse zitkamer met een goed gevulde boekenkast en een sauna in het hotel aanwezig. Als laatste gaan we naar onze kamer. Het kamertje is erg klein. Er staat een twee persoonsbed ingeklemd tussen twee muren en een klein nachtkastje naast het bed. Aan de muur zijn planken bevestigd waarop we onze kleren en andere spullen kwijt kunnen. Boven de deur is een wat grotere plank waarop we onze reistassen kwijt kunnen. Voor onze westerse maatstaven is de kamer wat aan de kleine kant, maar voor het doel, slapen en opslag van onze spullen is de ruimte voldoende.
Als we van de kamer ons thuis hebben gemaakt, en het buiten enigszins opklaart maken we ons gereed voor een wandeling door Tasiilaq. Uit de grijze lucht valt nog steeds een beetje motregen.
Het hotel is gevestigd in een wat ouder deel van het dorp. De verf op de  huizen die het hotel omringen bladert af, of is door invloed van de elementen sterk verweerd. De was wappert aan de lijnen. Hoog boven de grond aan waslijnen hangen vissen te drogen De bermen liggen bezaait met lege bierblikken en ander afval. Overbodige spullen liggen doelloos buiten rondom de huizen. In een inham onder aan het fjord liggen oude vissersboten langzaam weg te roesten. Ook ander afval blijft hier gewoon liggen. Boven in het dorp worden zo te zien wel pogingen gedaan het afval te verzamelen getuigen de splinternieuwe groene vuilnisbakken die her en der langs de weg zijn geplaatst. Tot nu toe zonder veel effect.
Of het er aan ligt dat het zaterdag is weet ik niet, maar het aantal dronken inuit op straat is erg groot. Een vrouw loopt dronken op straat met in de ene hand een kinderwagen, en in de andere een blik bier. De hoge werkeloosheid, het ontbreken van toekomstperspectief, en het botsen van twee culturen is waarschijnlijk voor een groot deel oorzaak van  de situatie die we hier aantreffen. Ik voel me een beetje de verwende westerse toerist die hier komt aapjes kijken.
Een stukje verderop komen we bij de school van het dorp. Hierin is ook een internetcafe gevestigd waar we gratis mogen internetten. En hier komen we ook voor het eerst in contact met de plaatselijke jeugd. Op de verouderde computers wordt vooral gechat en gegamed. De kinderen die hier binnen zitten variereren in leeftijd van een jaar of tien tot een jaar of zestien. Ik neem plaats aan een van de vele pc’s en stuur een mail naar huis om aan te geven dat we aangekomen zijn in Groenland maar dat onze mobiele telefoons hier geen bereik hebben.
Op de terugweg willen we even binnen lopen bij de bank, maar die blijkt al om 15:00 gesloten te zijn. Met slechts een kleine hoeveelheid IJslands geld in onze zakken wandelen we terug naar het hotel.
Aangekomen in het hotel kunnen we zowat gelijk aanschuiven aan tafel. Anders dan we gewend zijn schuiven we aan bij drie andere gasten van het hotel. Ook hebben we geen menu waaruit we kunnen kiezen wat we eten, maar eten we allemaal hetzelfde. Het hotel heeft werkelijk een fantastische kok in dienst, en alles van het voorgerecht tot het nagerecht is heerlijk.
Robert is tijdens het eten druk bezig met zijn gasten. Aan iedere tafel komt hij enthousiast vertellen wat we eten, en wat globaal de bereiding is geweest. Zo beginnen we vandaag met een voorgerecht wat bestaat uit (als ik het goed begrepen heb) muskusos. Bij het hoofdgerecht zit een heerlijk stuk vlees. Lekker pittig gekruid, en het lijkt op rundsvlees. Het blijkt walvis te zijn.
Een betere gastheer dan Robert Peroni konden we niet treffen. Robert geniet duidelijk als hij ziet dat zijn gasten het naar de zin hebben.
We zijn zo druk in gesprek met onze tafelgenoten dat de avond om vliegt. Buiten is de lucht ondertussen verder open getrokken. De warme blauwe lucht wordt opgesierd door rood kleurende wolken van de ondergaande zon. Mist daalt neer in de dalen van de bergen aan de overkant van het fjord. Bewapend met camera en statief geniet ik buiten van het laatste zonlicht van vandaag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *