In goed weer rijden we terug over de slechte weg. Een binnendoor route brengt ons via Krýsuvik en Reykjavík naar de Hvalfjörður en vervolgens naar het begin van het pad naar de Glymur waterval. Tot voor kort was dit de hoogste waterval van IJsland, maar onlangs werd een nieuwe waterval ontdekt die met een hoogte van 238 meter de Glymur met bijna 40 meter voorbij ging. Grijze wolken krullen over de bergtoppen rondom de waterval. Maar Ans is optimistisch en denkt dat het op gaat klaren. Ik denk bij mezelf, een optimist is een slecht geïnformeerde pessimist, maar wandel braaf mee. Natuurlijk in de hoop dat Ans gelijk heeft, of dat het slechte weer lang genoeg wegblijft zodat we ons rondje Glymur kunnen maken. Oost kant omhoog, rivier doorwaden, westkant weer naar beneden.
Al snel begint het wat te druppellen, maar daar is wel overheen te komen. Als het druppellen heviger wordt, wordt de regenkleding in stelling gebracht. Het steile pad wordt nog wat steiler en al snel lopen we ons weer warm. Na een mooie wandeling over een kronkelig pad door een bos met al even kronkelige berkenboompjes komen we uit op een vlakte. Hier geeft de wind ons flink om de oren. Met gemak kunnen we tegen de wind in hangen. Om te communiceren moeten we hard roepen, en de koude wind brengt onze lichaamstemperaturen snel naar beneden. We weten dan dat het weinig zin heeft om nog verder te gaan. We kunnen niet anders dan omdraaien.
Als we het weerbericht mogen geloven wordt het weer in IJsland de hele week slecht, behalve aan de zuidkust. Daar wilden we eigenlijk niet naar toe gaan, maar als je de keuze hebt tussen veel regen in het westen of redelijk weer in het zuiden dan kiezen we toch maar voor het zuiden.
We vinden een leuke kampeerplaats in het zuiden bij het Hengill gebergte. Als het weer het toelaat gaan we hier morgen een wandeling maken.