De ochtend is voor huishoudelijke taken. Boodschappen doen, tanken, water bijvullen, blog bijwerken, mail nakijken, en enkele internet pagina’s bekijken. Rond de middag verlaten we het gebied bij Mývatn.
We gaan voor een korte route richting het zuiden en nemen hiervoor de F26 meer bekend onder de naam Sprengisandur. De route wordt gehaat, beschimpt, vervloekt, bejubeld, bedicht en in liederen bezongen. In 2006 reden wij voor de eerste maal over deze route, maar hadden donker en somber weer en derhalve nog niet echt een mening gevormd.
Vandaag hadden we op zijn minst interessant weer. In het begin veel zon wat goed uitkwam bij de Aldeyjarfoss. Een prachtige waterval in een omgeving van veel ruwe rotsen, prachtige basaltkolommen en andere door vulkanisch activiteit gevormde structuren. De zon staat al hoog aan de hemel als we hier aankomen. De kloof waarin de waterval ligt wordt hierdoor mooi uitgelicht. De kracht van het vallende water stuwt een flinke dosis nevel weer de hoogte in. Soms staat de wind gunstig en bevind ik mij ineens binnen een verfrissende wolk van fijne waterdruppeltjes.
Vanaf hier neemt Ans het stuur over en rijden we verder de Sprengisandur op. Ans vind het een uitdaging om een keer een echte binnenland route met rivierdoorsteken te rijden. Het mes snijd dus aan twee kanten. Ik kan nu op mijn gemak de omgeving in me opnemen terwijl Ans zich druk mag maken over hoe de vele kuilen in het wegdek te ontwijken, of hoe naar de overkant van die rivier te komen.
De Sprengisandur is een route die voornamelijk bestaat uit zwart en grijs, met af en toe een kleine nuance bruin. Vele kilometers lang volgt de weg een smal riviertje. Een zilver lint omgeven door diep groen mos loopt als een levensader door dit verder bijna levenloze landschap.
Ten oosten van ons houden we een donkere lucht goed in de gaten. Een zandstorm enkele tientallen kilometers verderop lijkt langzaam onze kant in te bewegen. Voordat hij ons echter kan bereiken draait de Sprengisandur sterk naar het westen en ontlopen wij de duisternis van het opwaaiende zand.
De Tungnafellsjökull is een mooie afwisseling in het zwarte landschap. Blauwe gletsjers, witte sneeuwvelden en diep groene bergen steken fel af tegen de in vele grijstinten opgebouwde wolkenlucht. Zoals zoveel landschappen in IJsland is het net alsof je naar een schilderij kijkt. Het lijkt te mooi, te perfect om zomaar te “zijn”.
Wat een enorme indruk zal dit alles op jullie gemaakt hebben. De foto’s zijn al enorm indrukwekkend,laat staan als je er echt staat.
Interessant om te lezen.
Groetjes,Irene