3 juni 2013
De taxi chaufeur zet ons rond 12:00 af aan de Vantageroad waar CruiseCanada is gevestigd. Hier nemen we na wat formaliteiten ons huis voor de komende 4 weken in ontvangst. Helaas heb ik het idee dat ik meer van de camper weet dan het meisje dat het ons uitlegt. De instructievideo die ik thuis heb bekeken en de ervaring met een soortgelijke camper in 2008 maken mij in dit geval de expert.
De koffers worden leeggeladen in de kasten, en dan kunnen we gaan rijden.
De eerste stop is de Wall Mart. Hier laden we onze auto tot de nok toe vol met eten, drinken, toilet artikelen en alle zaken die we onderweg nodig menen te hebben. Ik ben blij met de plattegrond en de handGPS die we bij ons hebben, want van mijn Smartphone met navigatie software kan ik nog niet veel verwachten. Het is het onbekend zijn met het systeem waardoor het aparaat niet meer is dan een stuk dood gewicht dat niet het fatsoen heeft mij de juiste richting in te sturen. Ans is nu mijn navigator en loodst me door de buitenwijken van Vancouver naar de supermarkt en later naar de buitenste regionen van de stad.
De volgende zorg is benzine. Als je de camper niet vol getankt inlevert wordt er een boete opgelegd door het verhuurbedrijf. Blijkbaar vinden ze het echter niet nodig om de camper met een volle tank aan de klant aan te bieden. Die mag dus eerst naar een benzinepomp rijden alvorens aan de vakantie te kunnen beginnen. Erg jammer en het tweede minpunt voor de verhuurder.
De camper is echter van grote klasse. Een gigantische Ford bus met daarachter ongeveer 7 meter woonruimte met drie bedden, een badkamer een keuken en een eethoek. Verder hangt de camper nog vol met de lucht van ‘Nieuw’. Zelfs een magnetron en een heuse airco ontbreken niet aan het lijstje van dingen om het de reiziger naar zijn/haar zin te maken.
De eerste dag sluiten we af bij een RV camping bij de Bridal Veil. Het lijkt erop dat wij de enige gasten zijn. Voor de rest lijkt het op permanente bewoners. De units voorgesleept door roestige pickups lijken allemaal hun beste tijd gehad te hebben. Ook het douchetoilet gebouw lijkt nog te stammen uit de 70er jaren. Alles is -hoewel schoon- duidelijk aan renovatie toe.
Wij vinden dat allemaal ook niet zo spannend. Voor ons is het vooral fijn dat we morgen naar de Bridal Veil kunnen wandelen. Een waterval die het water als een sluier naar beneden drapeert. Moe van de rit en de romslomp van de dag gaan we vroeg naar bed.
Dinsdag 4 juni
We ontwaken onder een strak blauwe hemel. Het is al lekker warm en al snel zijn we aan de wandel. De waterval is niet verder dan 15 minuten wandelen, maar door de mooie met mos begroeide bomen en kleine beekjes die er om smeken gefotografeerd te worden doen wij er veel langer over.
De waterval is mooi, maar door de ligging niet mooi te fotograferen. We genieten van het uitzicht en gaan via een andere route terug naar de camping die we al snel verlaten om onze weg naar het oosten te vervolgen.
Niet veel verder kunnen we na even verkeerd te zijn gereden de camper alweer aan de kant zetten. Een waterval die we hebben gevonden via geocaching.com die in weinig boekjes (geen) wordt beschreven, de Hope Valley Waterfall. De wandeling er naar toe is al van een ongekende schoonheid. Frisse groene varens flankeren de eeuwen oude bomen waarvan sommige zover zijn uitgehold dat je er daadwerkelijk in kunt gaan staan. Heldere beekjes doorkruisen het bos en laten het groen eromheen extra sprankelen.
De waterval zelf is onbeschrijfelijk mooi wat ook mede wordt veroorzaakt door de zon die prachtig schittert in de nevel van opspattend water.
De enkele bezoeker die we hier tegenkomen zijn locals die enorm verbaasd zijn hier Nederlanders aan te treffen. Toeristen zien ze hier niet vaak. We zijn ook nog getuigen van een ritueel waarbij een indiaanse kunstenaar een masker ‘leven’ geeft door het te plaatsen aan de voet van de waterval.
Iets van een ander kaliber is de Alexandra Bridge. een oude brug over de Fraiser river. Rondom de brug ligt een nationaal park waarvan wij slechts een klein stukje te zien krijgen. Mijn camera blijft van alle kanten zoeken naar hoekjes en uitsneden om de brug zoveel mogelijk tot zijn recht te laten komen.
Als we beide vinden dat deze dag weer goed gevuld is geweest parkeren we de camper op een ruime parkeerplaats met uitzicht op met sneeuw bedekte bergtoppen. Tijd voor eten, lezen slapen…
Woensdag 5 juni
Vandaag was een dag van veel kilometers. Rijdend door het mooie en afwisselende landschap met af en toe een koffie en of fotostop verveelde het geen moment. Met boven ons alleen blauwe lucht was de timing van de rijdag misschien niet perfect, maar als je veel wilt zien in korte tijd heb je niet altijd de keuze. Ons doel is het Wells Gray park bij Clearwater.
Aangekomen bij Clearwater zijn we bijna bij onze bestemming voor de komende dagen. Het is te laat om nog echt iets te ondernemen, maar een wandeling van 10 minuten naar een waterval moet nog kunnen. De Spahats fall ligt op een onmogelijke plek in een diepe kloof. De waterval ‘aanraken’ gaat dus niet. Kijken vanaf een veilige afstand wel. Vanaf het uitzichtspunt zien we het water tussen massa’s basalt de diepte in storten. We genieten nog even van dit uitzicht bij de laagstaande zon en lopen dan terug naar de camper die we een paar kilometer verderop langs de kant zetten voor de nacht.
Donderdag 6 juni
Vannacht is het erg koud geweest. We staan met onze camper in de schaduw van een berg waar de zon al bijna overheen komt als we de gordijnen openen. De hemel is strak blauw en het beloofd dan ook een mooie dag te worden.
We hoeven maar een paar kilometer te rijden voor de start van onze eerste wandeling van de dag. Een tochtje door de mooie bossen, voornamelijk bestaand uit berkenbomen en naaldbomen. Een mooi slingerend pad brengt ons naar de Moul Falls. Na de mooie wandeling valt het uitzicht me enigzins tegen. Vanaf dit punt zie je weinig van het watergeweld. In de omgeving zie ik weinig mogelijkheden tot afdaling naar de voet van de waterval.
Als we het pad verder vervolgen blijkt een metalen trap uitkomst te bieden. Hierlangs kunnen we eenvoudig afdalen om even later oog in oog te staan met de gigantische hoeveelheid water die hier in een groot vulkanisch bassin stroomt. De zon projecteert een prachtige regenboog in de opspattende nevel. Dezelfde nevel die voor schitterende lichtstralen tussen de takken van de bomen zorgt.
We wandelen ongeveer dezelfde route terug naar de camper.
De volgende halte is bij de Dawsonfalls. Hier verwacht ik niet zoveel van. Niet dat ze in de boekjes als minder interresant worden omschreven, maar meer omdat ik andere bezoekers binnen 10 minuten alweer terug zie komen. Mijn verwachtingen die dan ook erg laag zijn worden zwaar overtroffen als we aankomen bij het watergeweld. De waterval is niet erg hoog, maar de hoeveelheid water die over de hele breedte van de rivier naar beneden stort is spectaculair. We zoeken verderop naar een meer fotogeniek punt en vinden dat vlak langs de oever waar ‘verdwaalt’ water af en toe over onze voeten spoelt.
Onze volgende ‘excursie’ gaat naar een waterval. Maar dit moet volgens de folders een van de mooiste watervallen van Canada zijn. Het zien van dit wonder der natuur is een echt ‘Wow’ moment. Het water van de Murtle rivier valt middels de Helmcken Falls 141 meter in vrije wal naar beneden. Het enorme geweld heeft gigantische nevelwolken tot gevolg. Wit schuimend woest water stroomt daarna verder de canyon in.
Een stukje verderop begint een wandeling die ons naar de andere zijde van de Helmcken falls brengt. De 8 kilometer heen en terug hebben we er zeker voor over om een ander uitzicht op dit watergeweld te ervaren. . We volgen de loop van de Murtle rivier die dan weer woest golft en even later rustig stromend de onvermijdelijke diepte van de Helmcken falls nadert. De diepte is duizelingwekkend. Van de ruim 150 meter hoge zuidzijde kijken we neer op het water dat hier met donderend geraas de diepte in stort.
Als we in de avonduren in de camper zitten na te genieten van wat we vandaag gezien hebben krijgen we nog even bezoek van een bruine beer die op ongeveer een meter afstand van onze camper voorbij komt gewandeld in de hoop wat etensresten te vinden.
Vrijdag 7 juni
Het tikken van de regen op het dak van onze camper werkt als een rustgevende wekker. Niet alleen het ritmisch uiteenspatten van de druppeltjes water, maar ook het besef dat je met regenweer niet zo heel veel buitenactiviteiten wilt doen werkt rustgevend. Het lijkt bijna vakantie.
Als even later de zon toch nog doorkomt en de witte wolken plaats maken voor blauwe lucht verlaten we snel de camping en rijden een paar kilometer verderop om te gaan wandelen bij Ray Farm, een boerderij die werd bewoond van 1932 tot 1946. Een paar honderd meter hiervandaan is een minerale bron die we ook graag willen zien.
Als wij aankomen bij de parkeerplaats regent het alweer, al zien we in de verte de lucht alweer opklaren. Tijd voor een kopje koffie en een boek.
Even later houd het op met regenen en beginnen we onze wandeling. De boerderij is snel bereikt, al is er van boerderij nauwelijks nog spraken. De vorm is er nog, maar het hout waaruit de boerderij is opgetrokken hangt nog enkel van wat mos aan elkaar. Het zal nog slechts een kwestie van tijd zijn dat ook deze restanten in elkaar storten. Vlakbij de boerderij komt sterk ijzerhoudend water naar de oppervlakte geborreld met als gevolg roest/rood verkleurde grond.
Als in de verte erg donkere wolken zich samenpakken wordt het tijd om mijn camera klaar te zetten voor het maken van een ‘TimeLaps’ opname. Het wordt wel spannend als er niet alleen donkere woken maar ook flinke klappen dichterbij komen. Onweer op open terrein is nooit mijn favoriete speelgrond geweest. De combinatie van vervallen boerderij en donkere luchten is echter te mooi om zomaar voorbij te laten gaan.
Ik ben er nog bijna van overtuigd dat de echte bui ons niet gaat raken. Voor de zekerheid begint Ans alvast haar regenkleding aan te trekken. Als een grote regendruppel mij vol in het gezicht slaat besef ik dat ik zelf misschien al te laat ben. Als eerste pak ik razendsnel de camera van het statief en stop alles terug in de rugzak. De regenhoes wordt uit zijn vak gehaald en over de rugzak getrokken. Zelf sta ik even later in de stromende regen vloekend mijn regenbroek aan te trekken. Eenmaal ingepakt en beschermd tegen de elementen vind ik het toch weer leuk. Zelfs als de regen veranderd in zijn bevroren broertje ‘hagel’ lopen wij met een goed humeur naar onze camper terug.
Daar wachten we de bui even af om de wandeling opnieuw te beginnen. Het weer is niet minder drukkend geworden door het onweer. De luchtvochtigheid is hoog evenals de temperatuur. De ideale temperatuur voor muggen om zich voort te planten. Hele zwermen dansen om ons heen. Flink doorlopen zorgt ervoor dat we de muggen voorbij zijjn voordat ze in de gaten hebben dat er zojuist een voorraadkamer met 5 liter bloed voorbij is komen wandelen. Even stil staan, en de vele bloedhongerige snuiten duiken op je huid en steken waar ze steken kunnen.
Deet blijkt een redelijk probaat middeltje tegen de kleine kwelgeesten. Ze zoemen nog steeds om me heen, maar maken vlak voor hun landing op mijn huid een doorstart onwetend van wat mij ineens voor muggen zo onaantrekkelijk maakt. Het geeft mij de kans om enkele foto’s te maken van de minerale bronnen die niet ver van de boerderij liggen.
Als later die middag het weer nog steeds goed is beginnen we met onze volgende wandeling. De westlake trail, het eerste deel van deze wandeling brengt ons naar de Bailey’s Chute. Een gigantische stroomversnelling. Een enorme massa water trekt hier voorbij. Het is bijna niet te bevatten. We vervolgen deze wandeling door een oud bos met vele berken en enorme Ceders. Als je hier een boom wilt knuffellen heb je wel hele lange armen nodig. De wandeling voelt alsof je door een heus regenwoud loopt. De bodem is vrijwel geheel bedekt met mos. Oude bomen of jongere bomen die een storm niet konden weerstaan lijken nog een beetje overeind te worden gehouden door de takken van hun medebomen maar het is slechts uitstel van de onvermijdelijke val van deze woudreuzen.
Na de wandeling rijden we de weg verder af tot aan de Falls Creek Campground waar we aan het water een leuk plekje voor de nacht weten te bemachtigen.
Zaterdag 8 juni
Bij het opstaan was de lucht nog vrijwel strak blauw. De tijd voor het nuttigen van ons ontbijt was al genoeg om de hemel dicht te laten trekken. De rest van de dag brengen we dan ook bijna door met onze regenjas aan.
De Sticta Falls staan als eerste op ons programma. Een waterval in een nauwe kloof. We glibberen over een pad naar beneden en staan even later aan de voet van deze enorme massa water die zich met geweld door deze kloof perst.
Een klein stukje verder ligt de ‘Dragons Tunga’, de draken tong. Wat we weten is dat het een uitstroom is van lava, maar het is als zondanig waarschijnlijk alleen door geologen herkenbaar Zonder te weten wat het is blijkt het dat we er al bovenop staan.
Het wordt tijd om het Wells Gray park weer te verlaten en naar Jasper te gaan. Maar dat doen we niet zonder nog even naar een waterval te gaan kijken. De Dawson Falls waar we een paar dagen eerder ook al waren, maar nu vanaf de andere zijde. Niet voor niets, want ik vind deze zijde veel fotogenieker.
We genieten van het watergeweld en wandelen terug naar de camper. We zijn nog maar net aan het rijden als we op de route waar we zojuist waren een bruine beer zien lopen. Bij het zien van onze camper maakt het dier zich snel uit de voeten. Ik vraag me af wat hij had gedaan als we hier gewoon hadden gewandeld.