Menu Sluiten

230 kilometer voor de boeg

Zaterdag 30 juli,

Nog 230 kilometer op de teller. Na een nacht die werd afgewisseld door diepe slaap en momenten van alertheid, -want je wordt wakker als een vrachtwagen naast je camper parkeert en zijn motor laat lopen-, rijd ik de laatste kilometers op mijn gemak door het heuvelachtige Deense landschap. Donkere luchten maken schijnbewegingen naar de staalblauwe luchten, maar deze laten zich door dat hoopje gecondenseerd water niet intimideren. Een paar kilometer voor de haven vul ik de dieseltank tot de rand vol zodat ik mijn eenmaal op de Faraoer niet druk hoef te maken om te tanken. Het zou zelfs voldoende moeten zijn om het complete wegennet van 600 kilometer te rijden zonder op de Faeröer weer te moeten tanken.

De toegangspoort naar de haven is nog gesloten als ik daar een paar uur te vroeg aankom. Er staan al meer campers op een terreintje verderop, en het lijkt mij dat ik me het beste hier maar bij kan voegen, de neus van de camper bijna in de duinen. Geel goud zand, helder zout water, mannen in zwembroek, dames in bikini. De verhitte lijven zoeken verkoeling in het koude zeewater in het noorden van Denemarken. De laatste uren voor vertrek tikken langzaam verder, maar ik heb alle tijd. Ik geniet van het zonnetje en de warmte en voel niet hoe mijn neus langzaam steeds roder wordt.

De trossen los

De lucht, de dijk het water. Langzaam schuift het landschap voorbij de ramen. In mijn cabine had ik niet in de gaten dat we al waren vertrokken. Aan dek zoemen videocamera’s en klikken fotocamera’s. Ieder legt op zijn manier het verlaten van de haven vast. Vastberaden doorklieft de Norröna het zwarte water van de Atlantische oceaan. Denemarken wordt kleiner en is al snel niet meer dan een lijntje land aan de horizon. Niet veel later hebben we 360º om ons heen, zout water als enige uitzicht. Vroeg in de avond varen we voorbij aan de Noorse kust. Ik denk aan de rouwende nabestaanden van de 74 slachtoffers van een gestoorde idioot met een waanidee.

De gedeelde cabine

Omdat een eigen hut vrijwel onbetaalbaar is heb ik gekozen voor een gedeelde cabine. Deze cabine wordt gedeeld met 3 andere passagiers van hetzelfde geslacht. Mijn cabine is 8122-D. In de cabine zie ik waar die D voor staat. De bedden zijn voorzien van de letter A B C of D. A en B zijn de lage bedden die altijd bereikbaar zijn. C en D zijn de bovenste bedden die je bij het slapengaan open klapt. Omdat ik bed D heb, en A en B ook zijn opgemaakt neem ik aan dat er nog minimaal een meneer A en B zal komen. Ik vind het wel vreemd als om 22:00 uur nog steeds niemand is gekomen maar klap toch maar bed D open om te gaan slapen. Je zult maar meemaken dat je midden in de nacht wakker wordt en een grote forse kale getatoeëerde Deen of Faeröerer bij je in bed kruipt. Nee, ik lig braaf in bed D, bijna tegen het plafond waar de warmte van de cabine zich heeft verzameld. De warmte en de door golfslag onverwachte bewegingen van de boot zorgen wederom voor een onrustige nacht waarbij ik regelmatig wakker wordt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *