Menu Sluiten

Donderdag 22 augustus,

Al vroeg verschijnen de eerste dagjesmensen alweer bij Dyrhólæy. Wij hebben er dan al een wandeling opzitten, en rijden dus maar weer aan. We hebben eigenlijk tot maandag niets meer op het programma staan, dus kijken we in de boeken of er nog dingen zijn die we andere jaren minder interessant vonden. Vlakbij ligt nog een gletsjertong waar je blijkbaar dichtbij kunt komen. De zwarte gletsjer Sólheimajökull. We rijden het zandweggetje in, en komen na een 4 kilometer bij de gletsjer. Binnen een paar minuten verschijnen ook nog 2 bussen, en een paar personen auto’s. We wandelen naar de gletsjer, en begrijpen niet waarom we deze andere jaren niet interessant vonden. Het is net of de hele gletsjer is volgebouwd met zwarte puntdaken. Langs de gletsjer af wandelen we nog een stukje omhoog om een mooier uitzicht te krijgen. Werkelijk heel apart. Van hieruit kunnen we achter ons ook de Westmaneilanden zien liggen. We wandelen terug naar de auto, en rijden over wegnummer 1 richting Hveragerdi. De route hier naartoe is erg saai. Op dit stuk van de 1 is dan ook niet veel te zien. Donderdag 22 augustus,
We zijn aangekomen in Hveragerdi, en weer lijkt het in de camper alsof we op een boot zitten. Er waait weer een heuse storm. De camper staat weer te schommelen, alsof we midden op zee zitten. Het is buiten weliswaar droog, maar donkere wolken trekken telkens over ons heen. We zijn in het dorpje in “Eden“ geweest. Een grote zaak, met bloemisterij, amusementhal, souvenirshop en restaurant in een. In het kassengedeelte stonden zelfs bananenbomen. De deuren van de ingang van het complex zijn mooi voorzien van houtsnijwerk, Adam en Eva voorstellende. In het restaurant hangen verschillende mooie schilderijen.
Binnen lijkt het bijna tropisch met die warmte, en al die bloemen en planten. Maar kijk je door de uitgang naar buiten zie je het grote contrast met de krom gewaaide bomen, en de donkere lucht waar de regen uit komt gevallen. Een stukje buiten het dorp zien we langs de voetbalvelden “Gryla” een Geysir die onregelmatig minutenlang een straal water tot 12 meter hoog kan spuiten. Dit in schril contrast met de 10 centimeter die wij kunnen ontdekken. We vervolgden het weggetje, en zien hoe een oud vrouwtje haar hond uit laat. Ze stopt de auto, opent de deur waardoor de hond naar buiten springt, stapt weer in om vervolgens met een 20 kilometer per uur verder te rijden. De hond rent achter de wagen aan en krijgt in ieder geval een paar kilometer flinke beweging. Aan het eind van de weg is een parkeerplaats, waar we het kamp voor de nacht op zetten.
Die avond begint het weer behoorlijk te stormen. Ditmaal hebben we de camper met de neus in de wind gezet. Het gaat buien behoorlijk te keer, maar de wagen blijft redelijk stabiel, al zorgt de herrie ervoor dat we pas laat en moeilijk inslapen.

Vrijdag 23 augustus,

Wat later dan normaal worden we wakker. De wind is een beetje minder, en het is droog. Boven in de bergen hangt nog mist. We kleden ons aan, en na het ontbijt starten we een wandeling naar Reykjardalur bij Hveragerdi. Het pad is door paardensporen behoorlijk kapot gelopen, en op plaatsen moet je er een stuk langs aflopen om niet te diep in de modder te zakken. Links en rechts van ons zijn wat hogere bergkammen, waardoor de wind behoorlijk in onze rug blaast. Je moet uitkijken om niet te hard te gaan lopen. Na een half uurtje begint het ook nog eens te regenen. Het waait zo hard dat de regen bijna horizontaal valt. De route is wel mooi. Wat een prachtige mist hangt hier. We zien dus helemaal niets. Als het begint te stortregenen waardoor we binnen een paar minuten doorweekt zijn, vragen we ons af of we het nog wel leuk vinden om hier te wandelen. Doorweekt besluiten we dat we beter terug kunnen lopen. De wind doet verwoedde pogingen ons op de berg te houden. Woest haalt de wind uit, maar uiteindelijk winnen wij het van de wind, en staan weer beneden in het redelijk beschutte en droge dal. In de camper wisselen we onze natte spullen in voor een setje droge, en rijden verder naar Reykjanes via weg 42. We houden halt bij Strandarkirkja, waar we wat rond kijken, en waar ik een korte rotsstrand wandeling maakte. Wat spoelt daar veel rotzooi aan. Natuurlijk drijfhout, maar ook polsdikke touwen, boeien, plastic flessen, olietonnen en nog veel meer. We vervolgen weg 42 en houden halt bij Seltun – Krysuvik. De hele avond komt de regen met bakken uit de lucht vallen.

Zaterdag 24 augustus

We hebben nog een dag dus doen we de Reykjanes tour. We stoppen even bij de brug die de Europese en Amerikaanse continentale platen met elkaar verbind, en rijden door naar Reykjanesviti. Hier wandelen we een stukje langs de kust. De kust is hier mooi gevormd. Vooral de door winderosie geboetseerde zandophopingen zien er mooi uit. Vele kleine kraters sieren het landschap, en sommige stukken strand zijn knalrood.
In de avond verzorgt een plaatselijk doorbrekende zon voor een mooi schouwspel op zee, en even dreigt ook boven land de bewolking open te breken. Helaas zet dit niet door. In de avond zet de wind weer op, en worden we voor de zoveelste keer heen en weer gerammeld.

Zondag 25 augustus

De laatste hele dag op IJsland. Wat doe je dan….. “De blue lagoon”. Even heerlijk poelieen in het warme tot hete water. Dan wanneer we het beu zijn verkassen we naar Reykjavik. Daar drinken we natuurlijk nog even koffie in een van de vele koffiehuizen, om vervolgens naar de camping te gaan. Morgen de auto wegbrengen, en dan naar Kevlavik waar we dan terug vliegen naar Amsterdam om daar om ongeveer half 10 te landen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *