Zaterdag 17 augustus.
Als we de auto aan de haven hebben geparkeerd, lopen we even naar het centrum. Hei is nog maar 10 uur, dus hebben we nog genoeg tijd om wat rond te kijken. De voorbereidingen voor de culturele nacht zijn in volle gang. De straten worden schoongemaakt, en op verschillende plaatsen worden podia opgericht. Rond 10:30 komen we langs de plaats waar de marathon van start zal gaan. De hele marathon start om 11:00 uur, maar de organisatie is nog druk bezig om de klokken, en de geluidsinstallatie aan te sluiten. We gaan even naar de camper waar Ans zich alvast kan omkleden voor de halve marathon. 2 minuten voor 11 zijn we aanwezig bij de start die wonderwel op tijd begint. Na het startschot zet een groep van een 300 renners zich in beweging. Even applaus, tot ze uit het zicht verdwenen zijn, en dan wordt het weer stil. Langzaam begint zich nu het volk zich rond de start te verzamelen. Dan staan we plots weer oog in oog met Moniek en jan-Derk. Het Nederlandse stel uit ons eerste guesthouse Hij doet mee aan de 10 kilometer. We praten wat bij over dingen die we hebben gezien en gedaan. Dan rijdt een vrachtwagen naar de start. Een zijscherm gaat open, de muziekinstallatie wordt aangesloten en een in een strak pak gestoken IJslandse schone roept iedereen op zich naar de wagen te begeven. Een bonte mengeling van verschillende nationaliteiten spoedt zich naar de wagen. Dan beginnen de luidsprekers te bonken, de IJslandse dame begint te roepen en op de maat van de muziek te bewegen, en langzaam komt ook heel de meute zo goed en kwaad als ze kunnen in het ritme van de muziek in beweging. Dat de ene een stap naar links doet, terwijl de andere overtuigd naar rechts springt mag de pret niet drukken. De stemming is met deze warming-up gezet, en de 3, de 7 en de 10 kilometer alsmede de halve marathonners worden naar de start gedirigeerd. De vrachtwagen wordt afgevoerd, en precies op tijd start de fun run. Complete gezinnen lopen al dan niet verkleed mee. Dat snelheid niet de belangrijkste drijfveer is blijkt uit de vele mensen die compleet met startnummer meewandelen, of op een drafje achter de kinderwagen aanlopen. Dan vertrekken de skaters, die wijselijk een andere route aangewezen hebben gekregen, waarna om 12:10 de 10 kilometer en de halve marathon tegelijk van start gaan. Moniek en ik doe nog ons best om Jan- Derk en Ans aan te moedigen, tot ze uit het zicht zijn verdwenen. Dan spoedde wij ons naar een terrasje, waar we ons tegoed doen aan een heerlijk kopje koffie. Zodra we de koffie op hebben zetten wij ons in beweging naar het punt waar wij verwachten dat beide hardlopers zich bevinden. Jan-Derk krijgt onze aanmoedigingen, maar helaas mis ik Ans die net een straat eerder een andere richting in werd gestuurd. Ik loop dan weer terug naar de finish, waar Ans na 1:47:33 de finish passeert.
Dan gaan we naar de camper waar ze zich rustig kan wassen en omkleden. Dan gaan we de stad weer in om te kijken wat de culturele nacht precies inhoud. Iedere IJslander is hier zowat aanwezig. De straten puilen uit, en je komt geen tent meer binnen. We gaan maar even iets verder buiten het centrum waar een expositie gehouden wordt. De tentoongestelde schilderijen kunnen ons weinig boeien. De foto expositie is ook niet geweldig, dus we staan snel weer buiten. We lopen terug het centrum in, en kijken nog naar verschillende dingen, zoals een groepje meisjes die heel goed zijn in radslagen maken, een punkachtig bandje dat gitaren en een drumstel molesteert, om vervolgens bij Mc Donalds een hamburger met friet te eten. Het is erg druk, maar uiteindelijk krijgen we het bestelde en vinden ook nog een tafeltje.
Terug in het feestgewoel krijgen we een blik op hoe IJslanders stappen. De flessen sterke drank gaan snel van hand tot hand, en als dat allemaal niet snel genoeg gaat komen er trechters aan te pas om het spul zo snel mogelijk naar binnen te gieten. Een karaoke zanger doet verwoede pogingen My Way van Sinatra te zingen, maar komt helaas niet verder dan de versie van Sid Vicious. Ondanks de valse tonen ontvangt de zanger toch een massaal applaus. Rond 21:00 uur besluiten wij dat de drukte toch teveel van het goede is en lopen we naar de camper die aan de haven geparkeerd staat. We blijven daar om wat te lezen, omdat om 23:00 uur het vuurwerk begint. Om 22:45 begint de haven dan ook aardig vol te lopen. Om 23:00 uur begint dan het vuurwerk. De pijlen schieten de lucht in. Soms meerdere tegelijkertijd. Eerst zien we geweldige vuurfonteinen, gevolgd door een luide knal, welke zelfs de grond doet schudden. De vele kleuren vuurwerk wisselen elkaar in snel temp af. Na 20 minuten is er dan even totale stilte, en dan een daverend applaus van de grote groep toeschouwers. En dan alsof het een popconcert betreft komt er ook nog een toegift. Enkele pijlen schieten de lucht in en zetten de hemel in vuur en vlam. En dan weer stilte gevolgd door opnieuw een daverend applaus. De mensen die het vuurwerk hebben ontstoken staan aan de overkant van de haven, zwaaien en maken een buiging. Opnieuw is een daverend applaus hun deel.
De haven begint weer leeg te lopen, en wij gaan alvast naar de auto. Aanrijden heeft nog geen zin. De mensenmassa is te groot. Na een kwartier wagen we het erop. We rijden het parkeerterrein af, en rijden terug naar de camping. Een afstand van misschien twee kilometer. Op de weg loopt het complete verkeer muurvast. We rijden een meter, twee meter af en toe zelfs vier meter maar staan continu stil, Na een half uur komt de politie tevoorschijn om het verkeer te regelen. Uiteindelijk een uur later en 2 kilometer verder staan we op de camping. Licht uit en slapen maar.
Zondag 18 augustus
We rijden terug de stad in waar het inmiddels weer stil is. Schoonmaakploegen zijn druk in de weer de straten schoon te vegen. Er liggen veel scherven van flessen en glazen. Reykjavik heeft een feestje gehad. We halen onze boodschappen, en gaan naar het informatie centrum. We hebben besloten een walvissafari te gaan doen. We kopen tickets, en lopen naar de haven. Iets later dan gepland verlaat de boot de haven, en varen we de zee op. Er waait een koude wind, maar niet zo koud als tijdens de vorige walvissafari die we hadden in Noorwegen. Toen waren we allebei verkleumd tot op het bot teruggekomen. Ans was toen behoorlijk misselijk geweest. Bij het zien van de te volgen route en het aanschouwen van de robuuste boot, heeft ze er wel vertrouwen in niet ziek te worden. Dat valt dan weer tegen. Ze wordt steeds stiller, en ik geloof niet dat ze van de tocht geniet. We varen een alternatieve route langs Lundey, het puffin eiland van het zuiden. Hier worden vier verdwaalde jonge papegaaiduikertjes opnieuw uitgezet. Een voor een worden de vogeltjes een stukje op weg geholpen met een zwaaiende armbeweging. De diertjes vliegen meteen aan richting eiland. Vanaf hier moeten ze het zelf redden. Verder gaat het naar de plaats waar de walvissen vermoedelijk zullen zijn. Onderweg word uitgelegd waar we op moeten letten. Binnen een half uur is het raak. Van grote afstand zien we een vin boven water uitkomen, om vervolgens weer onder te duiken. Dit, en een pluimpje adem wat boven het water uitkomt zal ook het enige zijn wat we deze safari enkele malen te zien krijgen. Ik ben dan eigenlijk wel blij als we aan de terugweg beginnen, want ook mijn maag is aanstalten aan het maken mijn eten aan de verkeerde kant weer mijn lichaam te laten verlaten. Op de terugweg hebben we de wind in de rug waardoor de boot een stuk rustiger door het water ligt. Even later staan we weer in de haven en zetten voet aan wal. Terwijl Ans vast naar de camper gaat, blijf ik nog even wat fotograferen in de haven.
Een half uurtje later laten we Reykjavik achter ons, en gaan we richting Geysir. Het weer is goed, en ik hoop dit jaar Geysir te zien bij een blauwe lucht. Via Þingvellir rijden we over een erg gammele weg naar Geysir. De auto rammelt behoorlijk.
Als we gaan tanken zie ik plots veel water onder de camper uitkomen. De watertank lekt. Gelukkig is het enkel de slang die gescheurd is. Waarschijnlijk door het slechte wegdek is de watertank van een van de beugels losgekomen. Hierdoor is de waterslang gescheurd. In enkele minuten ligt de complete inhoud van de watertank onder de wagen. Gelukkig hebben we nog twee 10 liter jerrycans welke we vullen.
Aangekomen bij Geysir staat de zon al erg laag. Ik schat nog een kwartiertje alvorens de zon achter de bergen gaat verdwijnen. Ik neem dus meteen mijn camera en spoedt mij richting Strokkur, waar ik nog net twee erupties bij zonlicht zie alvorens de zon uit het zicht verdwijnt.
Een uurtje later verschijnt ongeveer tegenover de zonsondergang een fel oranje gekleurde maan. Graag had ik ook deze op foto vastgelegd, maar hij komt maar net boven de bergtoppen uit, en is snel weer verdwenen.
Maandag 19 Augustus
Toen ik vanmorgen om 5 uur wakker werd stond de zon aan een blauwe hemel. Had ik toen maar opgestaan, want om 8 uur hing alles weer in de wolken. We liepen toch maar even over het terrein, maar het ziet er een stuk minder mooi uit met grauw weer. Om 10 uur gaan we binnen in het veel te dure souvenirwinkeltje waar ook een Geysir geocentrum is gevestigd. Het is werkelijk heel mooi gemaakt. Het lijkt alsof je binnenkomt door een ijsgrot, waarna je in een ruimte komt waar ijspegels, sterren en het noorderlicht op een kunstige manier worden nagebootst. Aan de wanden worden wat films gedraaid, en er is een aardbeving simulator. Verder veel panelen met informatie over de omgeving Geysir door de geschiedenis heen.
De volgende stop is dan natuurlijk de 10 kilometer verder gelegen Gullfoss. Dit is nu ons derde bezoek aan de waterval, en ondertussen is er een en ander veranderd. Waar je eens vrij kon lopen word nu het pad afgezet door paaltjes met een touw ertussen. Jammer, want hierdoor wordt de waterval iets minder toegankelijk zodat je niet van een lager standpunt kunt gaan kijken.
We gaan dan ook weer snel door en rijden nu de kjöllur route. Het doel is Kerlingarfjoll. De weg is hier ook met een gewone auto te berijden, maar ik kan niet geloven dat dat zo goed is voor je onderstel. We slaan af bij weg F37 en doorwaden enkele kleine stroompjes. De weg is niet breed, zit vol met kuilen, en gaat af en toe erg steil. Op het moment dat ik denk dat het niet erger meer mag worden, rijden we de camping op.
De campingprijs is de hoogste tot nu toe, 750 kroon per persoon. Maar goed, dat is dan inclusief de hotpot. Deze wordt om 20:00 uur gevuld, en dan is het maar afwachten hoe lang deze warm blijft. Maar goed, om halfnegen zitten we dan toch in de hotpot. Daarna ga ik vroeg naar bed, en slaap als een roos.
Dinsdag 20 augustus
Ik had vanmorgen moeite mijn bed uit te komen. In bed was het lekker warm, en buiten hoorde ik de wind en de regen. Maar omdat je niet naar ijsland gaat om in je bed te blijven stonden we toch maar op. De regen hield op, en dus zetten wij de wandeling in naar het hete bronnengebied van Kerlingarfjoll. We steken bij een primitief bruggetje het riviertje over, en lopen al snel tegen een steil pad omhoog. Na 20 minuten klimmen wordt het vrij vlak, en is het een eenvoudige wandeling. Na een 45 minuten een afdaling gevolgd door een klim, dan weer vlak. We moeten een ijsplaat oversteken en dan zien we in de verte de bekende kleuren en stoomkolommen van een hete bronnen gebied. Na ongeveer 75 minuten staan we van boven af naar de hete bronnen, en pruttellende potten te kijken. Het is volgens mij een van de meest actieve en mooiste hete bronnen gebieden die ik ooit gezien heb. Helaas zorgt de koude snijdende wind, die aanvoelt als ver beneden 0 ervoor dat we ons regelmatig even moeten omdraaien om weer wat op te warmen. Foto’s maken gaat moeizaam vanwege ijskoude handen. We dalen een stukje af waardoor we iets meer uit de wind komen. Grote stoompotten verwarmen ons even. Beneden komen we bij een beekje welke we niet over kunnen steken. Dit is voor ons dus het eindpunt. Een iets kleiner beekje stroomt langs ons met erg warm water. De bodem in dit beekje is bedekt met een donkergroene plantensoort. Op het moment dat we besluiten gezien hebben en we om willen keren begint het te regenen. We kijken naar boven waar we vandaan waren gekomen, en zien de berg in de mist hangen. Snel beginnen we aan de terugtocht. De wind en de regen striemt tegen ons aan. De mist is dik, maar niet zo dik dat we niet tot de volgende route markeringspaal kunnen kijken. Omdat dit alsnog kan gebeuren zetten we er toch maar een stevige pas in. Af en toe verdwijnt een markeringspaal uit het zicht, maar meestal niet voor lang. We vinden al weer snel de ijsplaat die we moeten oversteken, en vanaf daar dalen we weer langzaam af, en word het zicht beter. Ook de regen en de wind is in de dalen iets minder. Dan zet de regen harder op. We hebben de wind in de rug waardoor we zowat terug naar de camping geblazen worden.. Die komt dan al snel in zicht, en na een uur zitten we binnen in de camper met droge kleren, en een lekkere kop koffie.
Na nog wat te hebben gegeten, rijden we weer aan. Terug naar Gullfoss, en van Gullfoss weer naar Geysir. Natuurlijk moet ik het wonder weer van dichterbij aanschouwen. Ik sta vol spanning te kijken naar het kolkende water van Strokkur als ik achter me een enorm kabaal hoor. Als ik mezelf omdraai zie ik Geysir tot wel 15 meter hoog spuiten. Een grote brede stoompluim stijgt op. Nog een behoorlijke tijd blijft Geysir na pruttelen, om vervolgens weer tot rust te komen. Als ik het allemaal wel gezien heb, en het ook al wat donker begint te worden loop ik terug naar de camper.
Woensdag 21 augustus
In de souvenirwinkel bij de Gullfoss, wordt mijn oog getrokken door een kaart met daarop de afbeelding van een mooie rots. Het gaat om de Bruarholl, en op de achterkant van de kaart kan ik zien dat we er niet ver vandaan zitten. Het boek “key to iceland” geeft uitsluitsel. We rijden langs weg nummer 30 richting Bruarholl. Als we net op de weg zitten staan er drie verkeersborden. Maximale breedte 2,50, mhh… denk ik “we zijn 215 dus goed in het midden blijven dan moet dat lukken”, maximaal gewicht 3 ton, mhhh…. auto 1700 kg, camper 650, wij 140 bagage 100, dat is 2590 kilogram dat moet lukken. Maximale hoogte 3 meter 20, Mhhh.. Dat is de precies de hoogte van onze auto. Ans mag dus uitstappen Langzaam rijd ik naar de brug. Het valt mee, met nog een 20 centimeter links, rechts en boven ons rijd ik langzaam de brug over. Blijkbaar zit er nog een veiligheidsmarge in de maten en gewichten op de borden. Voorbij de brug is het wegdek erg zacht. Er wordt aan de weg gewerkt, en er is net een nieuwe laag overheen gelegd. Rustig rijden we verder. Dan weer een brug, en net over de brug rechts af, het parkeerterrein op. Dat komt toch erg bekend voor. Vorig jaar hebben we ook hier gestaan, alleen toen hebben we maar een klein stukje gelopen. Het is hier wel een mooi punt, en we hebben toen vast gedacht dat dat alles was. Nu lopen we dus iets verder, en komen al snel bij Bruarholl. We hebben wel niet zo’n mooi weer als op de ansichtkaart, maar het is toch wel leuk om de rots in het echt te zien.
We gaan weer terug naar de auto naar Skogar. Deze 60 meter hoge waterval mag ook op herhaling. En voor de derde keer vereren wij hem met een bezoek. Even breekt de zon hierdoor waardoor we de waterval zien compleet met regenboog. We lopen het eerste stuk omhoog, tot we de waterval van boven af kunnen zien. Van hieruit zien we verderop een Dyrhólæy volledig in het zonlicht hangen. We hebben toch geen zin in een lange wandeling, en rijden verder naar Dyrhólæy. De laatste paar kilometers weg, zijn erg verbeterd vergeleken met vorig jaar. Er ligt een behoorlijk nieuw stuk wegdek. Weliswaar zand, maar goed te rijden. De hele weg zien we niemand, maar als we het laatste bochtje omgaan zien we dat de parkeerplaats uitpuilt. We parkeren een stukje verderop, en lopen naar het prachtige zwarte strand, om te constateren dat de papegaaiduikers er vandoor zijn. Maar door de zon is het licht hier wel erg mooi, en door de wind komen de golven hard het strand op geraasd. Dan nog een wandeling naar de vuurtoren. Helaas verdwijnt boven aangekomen de zon achter de wolken. We wandelen na een tijdje weer naar beneden, en parkeren de auto netjes op het inmiddels verlaten parkeerterrein.